7.5
INSTALLATIE VAN DE LEIDINGEN
In de koudwaterleiding moeten een afsluitkraan, een terugslagklep en een
overstortventiel worden gemonteerd in de volgorde zoals in figuur 2 is aangegeven
(zie figuur 2 nr. 7, 8 en 9). In Nederland wordt hier voor meestal een inlaatcombinatie
toegepast.
Vanaf het overstortventiel moet een tegen vorst beschermende afvoerbuis op afschot
naar een geschikte afvoer lopen. De aansluiting van het overstortventiel op de
afvoerbuis moet een open verbinding hebben en zichtbaar zijn.
Om de boiler te kunnen aftappen, moet aparte aftapkraan op de koudwaterleiding
worden gemonteerd.
7.6
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
De aansluitkabel van de boiler is voorzien van een stekker voor een geaarde 1 fase
230 V contactdoos. De contactdoos moet makkelijk bereikbaar zijn. Hier dient
rekening mee te worden gehouden bij het plaatsen.
230V ~ 50Hz
2200 W
L N PE
Figuur 5
Elektrisch schema Q5
Nr.
Beschrijving
11
Elektrisch verwarmingselement 2,2 kW
12
Thermostaat/temperatuurbegrenzer
A
B
Θ
Θ
w
1
2
e
13