Wijzigen van instellingen zoals de geluidsmodus
Selecteer een klaviertoets terwijl u de SOUND MODE toets ingedrukt houdt.
● Als u op een klaviertoets drukt bij het wijzigen van een instelling, verandert het aantal keren dat de meldtoon klinkt overeenkomstig de ingestelde waarde en de volgorde.
● Wanneer u een instelling uitschakelt, klinkt er een lage toon.
Helderheid
(Een hogere instelwaarde betekent een versterking van het toegepaste effect.)
Geluidsmoduseffecten
Zweving
Gebruik van de geluidsmoduseffecten (zaalsimulator/nagalm en surround)
■ In- en uitschakelen van de zaalsimulator/nagalm- en surroundeffecten
Bij meermalen aantippen van de SOUND MODE toets brandt of dooft de LED zoals hieronder aangegeven.
Zaalsimulator/nagalm
AAN
AAN
UIT
Surround
UIT
AAN
UIT
Wijzigen van de metronoom- en tempo-instellingen
Selecteer een klaviertoets terwijl u de METRONOME toets ingedrukt houdt.
● Als u op een klaviertoets drukt bij het wijzigen van een instelling, verandert het aantal keren dat de meldtoon klinkt overeenkomstig de ingestelde waarde en de volgorde.
● Wanneer u een instelling uitschakelt, klinkt er een lage toon.
(
+
)
2
4
7
9
1
3
6
( – )
0
1
3
5
6
8
2
4
5
Tempo-instelling
Tempo-instelling
Metronoommaatslag
(10 toetsen)
(tempoaanduidingen)
Gebruik van de metronoom
Tip de METRONOME toets aan om de metronoom te starten.
Tip de METRONOME toets nogmaals aan om de metronoom te stoppen.
Akoestieksimulator
■ Selecteren van het zaalsimulator/nagalmtype
Zaalsimulator
Met het zaalsimulatoreffect worden de ragfijne zuiverheid, optimale helderheid en andere onderscheidende akoestische
eigenschappen van wereldberoemde concertzalen en andere bouwwerken nagebootst.
x Houd de SOUND MODE toets ingedrukt en druk dan op een van de klaviertoetsen A0 t/m C1.
Nagalm
Nagalm bootst een luisterruimte na, zoals een kamer of zaal.
x Houd de SOUND MODE toets ingedrukt en druk dan op een van de klaviertoetsen C{1 t/m A}1.
8
7
9
Instellen van het tempo met de cijfertoetsen (10 toetsen)
Houd de METRONOME toets ingedrukt en gebruik de B0 t/m A}1 klaviertoetsen om de tempo-instelling te
maken.
Er moeten drie cijfers voor de tempowaarde worden ingevoerd.
Selecteren van melodieën
Selecteer een klaviertoets terwijl u de a toets ingedrukt houdt.
● Als u op een klaviertoets drukt bij het wijzigen van een instelling, verandert het aantal keren dat de meldtoon klinkt overeenkomstig de ingestelde waarde en de volgorde.
( – )
1
3
6
8
2
4
7
9
11
14
16
19
+
(
)
0
2
4
5
7
9
1
3
5
6
8
10
12
13
15
17
18
Melodieselectie (10 toetsen)
Invoeren van melodienummers met de melodieselectie-klaviertoetsen (10 toetsen)
Houd de a toets ingedrukt en gebruik de C1 t/m A1 klaviertoetsen om het melodienummer in te voeren.
● Voer twee cijfers in voor het melodienummer.
Melodienummer
Melodieën
1 t/m 60
Melodieën van ingebouwde muziekbibliotheek
61 t/m 70
Gebruikersmelodieën
71
Melodie van MIDI-recorder
Wijzigen van instellingen zoals de toon
Selecteer een klaviertoets terwijl u de GRAND PIANO toets ingedrukt houdt.
● Als u op een klaviertoets drukt bij het wijzigen van een instelling, verandert het aantal keren dat de meldtoon klinkt overeenkomstig de ingestelde waarde en de volgorde.
● Wanneer u een instelling uitschakelt, klinkt er een lage toon.
Toonselectie
Upper1 instellingen
Aanslagvolume
Transponeren
21
23
26
28
31
33
35
38
40
43
45
47
50
52
20
22
24
25
27
29
30
32
34
36
37
39
41
42
44
46
48
49
51
53
54
Ingebouwde melodie
Muziekbibliotheek (melodienummer)
Toets-uit respons
Splitsinstellingen
Hamerrespons
Lageninstellingen
55
57
59
62
64
67
69
71
56
58
60
61
63
65
66
68
70
Gebruikersmelodie
MA2203-A