VEILIGHEIDSADVIEZEN IN VERBAND MET GRAAFWERK
1.
Ga er altijd van uit, dat u in de bodem ondergrondse nutsleidingen of andere obstakels kunt
tegenkomen. Bel VOOR aanvang van de werkzaamheden het nummer 811 om erachter te
komen, waar mogelijke elektriciteits-, gas- of waterleidingen zijn geplaatst.
2.
Zorg er steeds voor, dat voor ingebruikneming van het apparatuur, de plek van op uitgraving
vrij is van potentiële gevaren zoals pijpleidingen, stenen, draden, planken en andere
materialen die zich rond de boor zouden kunnen wikkelen of een onveilige stand zouden
kunnen veroorzaken.
3.
Houd derden zoals kinderen, dieren, omstander en/of ondersteunend personeel op een 4,5
meter veiligheidsafstand tot de grondboor.
4.
Houd het handvat van de grondboor goed met beide handen vast.
5.
Zorg voor een goede stand en evenwicht. Buig niet te ver naar voren.
6.
Houd lichaamsdelen en kleding op een veilige afstand van de boor en andere beweegbare
onderdelen van het apparatuur.
7.
Inspecteer de op uitgraving. Afhankelijk van bodemgesteldheid, taakbeschrijving en ervaring
van de machinist kan het nodig zijn voor he uitvoeren van de activiteiten een andere boor
en/of een andere methode te gebruiken.
8.
Laat geen open en/of ongemarkeerde boorgaten achter.
VEILIGHEIDSADVIEZEN IN VERBAND MET ONDERHOUD
1.
Onderhoud de grondboor zoals in de gebruiksaanwijzing aanbevolen.
2.
Haal voordat u met onderhoudswerkzaamheden begint het ontstekingskabel weg. Zie ook:
gebruiksaanwijzing voor de motor.
3.
Zet voor het openen van de tankdeksel de motor af.
4.
Gebruik uitsluitend door Ground Hog of door de motorfabrikant aanbevolen originele
onderdelen.
VEILIGHEIDSADVIEZEN IN VERBAND MET VERVOER EN OPSLAG
1.
Sluit voor vervoer en/of opslag de brandstofkraan en zet de motor af.
2.
Laat de motor voor vervoer en/of opslag altijd afkoelen.
3.
Berg de grondboor en de brandstof op locaties waar brandstofdampen niet met
ontstekingsbronnen zoals heetwatertoestellen, elektromotoren, schakelaars, ovens enz. in
contact komen.
4.
Bevestig de grondboor voor vervoer altijd goed.
5.
Bevestig en controleer voor sleepactiviteiten de aanhangerkoppeling aan de grondboor.
6.
Zorg ervoor dat zich het balhoofd volledig in de koppelinrichting bevindt en dat de onderste
klauw het balhoofd goed omsluit.
7.
Controleer voor sleepactiviteiten altijd of het koppelingshandvat goed vastzit.