OPGELET
Als de boor een onderwerp raak welk de rotatie onmiddellijk stopt, is het mogelijk dat de boorkracht
direct op de machinist wordt doorgegeven. Hoewel de kracht van de wielvolgorde word geabsorbeerd,
bestaat de mogelijkheid dat het handvat uit de handen van de machinist ontrukt wordt. Om deze reden
zijn een veilige stand en controle over het apparaat essentieel. De machinist moet zowel fysiek als
ook mentaal voorbereid zijn op dergelijke krachtwerking te reageren
BOREN
1.Druk de vergrendelhendel naar beneden en draai het handvat tot op de normale graafpositie, indien
hij zich nog niet op die positie bevindt.
2.Druk langzaam de rechter kant van de sturingshendel naar beneden. Werk zorgvuldig, omdat de
boorkop nu gaat bewegen en met graven begint.
OPMERKING: Het apparaat beschikt over een afklemming. Hoe dieper u de sturingshendel naar
beneden drukt, hoe sneller draait de boorkop.
3. Laat de boorkop in de snelheid die door de machine wordt aangegeven graven. Houd hierbij de
grondboor recht in het boorgat en beweeg de machine indien nodig naar voor en naar achter.
4. Varieer de snelheid van de boorkop zo, dat de handhaving van het apparaat aangenaam voor u is.
5. Probeer niet gaten in een doorloop te boren – Het kan zijn dat u de boorkop verzinkt. Boor
ongeveer 30 cm diep en trek de boor dan weer naar boven om de resten aarde te verwijderen. Let
erop dat u de boor niet volledig uit het boorgat trekt. Herhaal dit proces totdat u de gewenste
boordiepte heeft bereikt.
6. Laat de sturingshendel los en trek de resten aarde uit het boorgat om het gat van alle resten te
ontdoen.
7. Om de richting van rotatie van de boorkop te veranderen druk op de linkerkant van de
sturingshendel langzaam naar beneden. Doe dit voorzichtig omdat de boorkop nu probeert zich uit het
boorgat te bewegen.
8. Voor graafwerkzaamheden dicht bij breng de greep in de juiste positie en ga door zoals bovenaan
beschreven.
OPMERKING: Laat de boorkop in de snelheid graven die door de machine wordt aangegeven. Als u
probeert de boor door harde ondergronden en door ondergrondse obstakels te drijven, kan het zijn dat
de boor in het boorgat blokkeert. Als dit gebeurt breng voorzichtig de ventielsturingshendel in de
omgekeerde positie om de boorkop op deze manier eruit te krijgen.
9. Draai tijdens graafwerkzaamheden in oneffen terrein de boorkop in de gewenste hoek. Bepaalde
werkomstandigheden vereisen de zwenk artetering los te maken of vast te trekken.