Advertenties
QUICKSTART
Hulp bij storingen
1
A
2
A
D
3
A
4
A
B
B
E
B
B
D
C
F
C
Apparaat wil niet starten.
A Stand-by Steek de Intelligent Key in.
Schakel de programmakeuzeschakelaar
uit en stel het gewenste programma in.
B Batterij leeg.
Accu laden.
Onvoldoende zuigcapaciteit
A Afdichting tussen vuilwaterreservoir en
deksel reinigen en op dichtheid controleren,
indien nodig vervangen.
B Zuiglippen aan de zuigbalk reinigen, indien
nodig omdraaien of vervangen.
C Zuigslang op verstopping controleren, indien
nodig reinigen.
Verbinding tussen zuigslang en zuigbalk en
zuigslang en zuigslang en vuilwatertank c
ontroleren.
D Grofvuilfilter uit de vuilwatertank nemen en
reinigen.
E Pluizenzeef controleren, indien nodig reinigen.
F Neem de vlotter weg en was hem af.
Draai de pluizenzeef tegen de klok, neem ze
weg en was ze af.
G Instelling van de zuigbalk controleren.
H Controleren of het deksel aan de aftapslang
voor het vuile water gesloten is.
I
Maak het vuilwaterreservoir leeg (zie „Bedrijf
beëindigen", punt 2).
Onvoldoende reinigingsresultaat
A Borstels controleren op slijtage en reinigen.
Borstels op slijtage controleren (borstellengte
minstens 10 mm),
indien nodig vervangen.
Onvoldoende waterhoeveelheid
A Peil van het schone water controleren, indien
nodig reservoir bijvullen.
B Waterhoeveelheid op de regelknop Water-
hoeveelheid verhogen.
Instructie
Functie enkel mogelijk als de gele Intelligent Key
de autorisatie heeft.
Indien hij geen autorisatie heeft, kiest u een an-
der programma dat meer water levert.
C Sluiting schoonwatertank afschroeven. Filter
schoonwater eruit nemen en reinigen. Plaats
de filter en schroef de sluiting open.
D Waterverdeellijst aan de reinigingskop ver-
wijderen en waterkanaal reinigen (alleen
R-reinigingskop).
5.964-037.0 11/13
Advertenties
