QUICKSTART
Werking
3
4
A
5
A
Werking stopzetten
1
A
D
B
E
C
F
Reinigingsprogramma's
A Eco-modus
Vloer met nat reinigen en vuil water opzuigen.
B Normale modus
Vloer met nat reinigen en vuil water opzuigen.
C Verhoogde borstelaandrukkracht
Vloer nat reinigen (met verhoogde borstel-
aandrukkracht) en vuil water opzuigen.
D Intensieve modus
Vloer nat reinigen en reinigingsmiddel laten
inwerken.
E Zuigmodus
Zuig het vuile water op.
F Opwrijfmodus
Vloer zonder vloeistof polijsten.
Waterhoeveelheid instellen
A A Instellen van waterhoeveelheid in functie
van de vervuiling van de vloerbedekking aan
de regelknop.
Instructie
Functie enkel mogelijk als de gele Intelligent Key
de autorisatie heeft.
Infotoets
Met de infotoets worden menupunten geselec-
teerd en instellingen uitgevoerd.
A Rechts-/Links bladert vooruit/achteruit door
de menu's.
Indrukken voor de geselecteerde instelling te
kiezen.
Apparaat uitschakelen
A Regelknop voor het instellen van de water-
hoeveelheid sluiten.
B Rijhendel loslaten.
C Programmakeuzeschakelaar op zuigen zetten.
D Kort vooruit rijden en restwaterhoeveelheid
afzuigen.
E Programmakeuzeschakelaar naar „OFF"
draaien.
F Intelligent Key aftrekken.
5.964-037.0 11/13