i-on160
Gebeurtenis acties. In een systeem met niveaus kiest u met
of voor: Volledig inschakelen; Niv. B; Niv. C; Niv. D of
Uitschakelen.
In een systeem met partities toont het display de reeks
partities. Met of gaat u naar de gewenste partitie. Met
of kiest u voor: Volledig inschakelen; Gedeeltelijk
inschakelen of Uitschakelen. U kunt met "Nee" een partitie
uitsluiten. U kunt meerdere partities laten reageren op een
gebeurtenis.
Gebeurtenis uitzondering. Met of gaat u door de reeks
geprogrammeerde uitzonderingen. Met of kiest u met
"Ja" of "Nee" of de uitzondering wel of niet op de gebeurtenis
van toepassing is.
Gebeurtenis wijzigen
Met deze optie kunt u onderdelen van een eerder
geprogrammeerde gebeurtenis aanpassen.
Gebeurtenis wissen
Met deze optie wist u een gebeurtenis.
Uitzondering toevoegen
Met deze optie programmeert u een uitzondering. Gedurende
de periode van deze uitzondering zal geen enkele hieraan
gekoppelde gebeurtenis plaatsvinden. Als u de optie opent
leidt het systeem u door een aantal stappen waarmee u alle
benodigde informatie vastlegt:
Naam. Geef een duidelijk omschrijving van 12 tekens zodat u
bij het koppelen aan een gebeurtenis de reden van deze
uitzondering herkent.
Uitzondering begintijd. Toets de begintijd in het 24-uurs
format.
Uitzondering begindag. Toets de begindag en maand in het
numeriek format (begin met "0" bij getalen onder 10).
Uitzondering eindtijd. Toets de eindtijd in het 24-uurs
format.
4. Systeembeheer
Blz. 67