4. Systeembeheer
gebruikersnaam, bijv.: "Gebr.
004". Wijzig deze naam (zie
blz. 32).
7.
Als u de naam hebt gewijzigd
toetst u .
Het display toont het
fabrieksmatige gebruikerstype
(zie blz. 7 voor een overzicht
van de gebruikerstypen).
8.
Ga met of naar het
gewenste type en bevestig uw
keuze met .
In een systeem met partities toont
het display:
Opm.: Als u een hoofdgebruiker
toevoegt zult u dit scherm
niet zien. Het systeem wijst
alle partities toe aan een
hoofdgebruiker.
a)
Ga met of door het
overzicht van de partities.
De onderste regel van het
display toont "Ja" als de
gebruiker tot de partitie is
toegelaten; "Nee" als dat niet
het geval is.
b)
U wijzigt "Ja" en "Nee" met .
Zie blz. 4 voor een uitleg van
partities.
c)
Met sluit u uw keuze af.
Het display toont de vraag een
gebruikerscode toe te wijzen.
Blz. 48
i-on160