motorolietank heeft bereikt.
Gebruik de noodprocedure allen als de
G
waarschuwingslampen voor het olie-
peil werken.
1.
Verwijder de motorkap.
2.
Draai de hoofdschakelaar om.
OFF
3.
Duw de noodschakelaar naar boven om
reserveolie van de losse olietank naar
de motorolietank over te pompen.
1. Noodschakelaar
ON START
ZMU01906
1
ZMU04153
Herstellen van defecten
1
1. Motorolietank
2. Losse olietank
4.
Nadat u de noodschakelaar hebt ge-
bruikt, zet u de hoofdschakelaar af en
daarna weer aan. Daardoor wordt het
waarschuwingssysteem weer op nor-
maal gezet. Op de oliepeilaanduidings-
lamp is nu het gele segment te zien.
5.
Start de motor en ga in de dichtstbijzijn-
de haven olie halen.
NOTA:
De maximumhoeveelheid reserveolie is
G
3
1500 cm
(1.6 US qt, 1.31 Imp qt).
De oliepomp werkt niet als de motor meer
G
dan 35° naar boven is gekanteld. Zet de
motor rechtop (niet gekanteld), voordat u
de noodschakelaar gebruikt.
DMU29750
De motorkap kan niet worden
opengemaakt
Als de motorkap gesloten blijft als de ont-
grendelingshendel bediend wordt, kan het
zijn dat de kabel beschadigd of verkeerd in-
gesteld is.
1.
Trek
aan
lingshendel om de voorste sluiting los te
maken.
2
ZMU01908
de
motorkapontgrende-
68