Beknopte installatiegids
00825-0111-4716, Rev CA
April 2005
S
4: S
TAP
LUIT DE BEDRADING EN VOEDING AAN
Volg de onderstaande stappen voor het bedraden van de transmitter:
1. Verwijder het behuizingdeksel waar "Field Terminals" op staat. De aansluitklemmen zijn
niet polariteitsgevoelig.
2. Sluit de signaalbedrading aan op de aansluitklemmen met de aanduiding "Fieldbus
Wiring".
3. Dicht alle ongebruikte doorvoeraansluitingen af.
4. Installeer de bedrading, indien van toepassing, met een druppellus. Leg de druppellus
zodanig dat de onderkant lager dan de doorvoeraansluitingen en de transmitterbehui-
zing komt te liggen.
5. Plaats het behuizingdeksel terug.
N.B.
Verbind de afscherming niet aan aarde.
Voeding
Voor een goede werking en een volledige functionaliteit heeft de transmitter een spanning
tussen 9 en 32 Vdc nodig (9 en 15 Vdc voor FISCO).
Voedingsregelaar
Voor een Fieldbussegment is een voedingsregelaar nodig om het voedingsfilter te isoleren
en het segment los te koppelen van andere segmenten die op dezelfde voeding zijn aange-
sloten.
Aarding
De signaalbedrading van het Fieldbussegment kan niet worden geaard. Als een van de
signaaldraden wordt geaard, wordt het volledige Fieldbussegment uitgeschakeld.
Aarding afgeschermde draad
Ter bescherming van het Fieldbussegment tegen ruis wordt gewoonlijk een aardingstech-
niek gebruikt waarbij de afgeschermde draad op één enkel punt geaard wordt, om te voor-
komen dat een aardlus gecreëerd wordt. Gewoonlijk wordt een punt in de buurt van de
voeding geaard.
Afsluiting signaal
Bij elk Fieldbussegment moet zowel aan het begin als aan het einde van het segment een
afsluitweerstand worden aangebracht.
Rosemount 3095 MultiVariable
(F
)
IELDBUS
11