Juni 2020
3
De elektrische aansluitingen voorbereiden
Opmerking
Zie de Rosemount 2130
specificaties.
3.1
Kabelselectie
Gebruik bedrading van 26–14 AWG (0,13 tot 2,5 mm
en afgeschermde bedrading worden aanbevolen voor omgevingen met
hoge EMI (elektromagnetische interferentie). Aan elke aansluitklemschroef
kunnen veilig twee draden worden aangesloten.
3.2
Kabelwartels/-buizen
Gebruik alleen de gecertificeerde kabelwartels of kabelbuisingangen voor
intrinsiek veilige, explosiebestendige/drukvaste en stofbestendige
installaties. Installaties op een gewone locatie kunnen kabelwartels of
kabelbuisingangen met de juiste classificatie gebruiken voor het behouden
van de classificatie van ingangsbescherming (IP).
Ongebruikte leidingingangen moeten altijd worden afgedicht met een
blindstop/stopplug met de juiste classificatie.
Opmerking
Laat de signaalbedrading niet samen met de voedingsbedrading door een
doorvoerleiding of open kabelgoot of in de buurt van zware elektrische
apparatuur lopen.
3.3
Voeding
De vereisten voor voeding zijn afhankelijk van de geselecteerde elektronica.
•
Elektronica met directe belasting: 20 - 264 Vdc of 20 - 264 Vac (50/60
Hz).
•
PNP-elektronica: 18 - 60 Vdc
•
Elektronica met standaard relais: 20 - 264 Vdc of 20 - 264 Vac (50/60 Hz)
•
NAMUR-elektronica: 8 Vdc
•
Elektronica van 8/16 mA: 24 Vdc
•
Storings- en alarmrelais: 20 - 264 Vdc of 20 - 264 Vac (50/60 Hz)
3.4
Gevarenzones
Wanneer de niveauschakelaar wordt geïnstalleerd in gevarenzones
(geclassificeerde locaties), moeten de lokale voorschriften en de
gebruiksvoorwaarden gespecificeerd in toepasselijke certificaten worden
Snelstartgids
Productinformatieblad
Snelstartgids
voor alle elektrische
2
. Getwiste aderparen
11