GSM Audio-intercom Serie 4000 met Proximity
Hulpingangen/-uitgangen
AO1 INGESTELD OP MODUS 02, 'STATUSINDICATIE'
Wanneer ingesteld op modus 02, zal de hulpuitgang AO1 uitsluitend gebruikt worden als ingang voor de monitoring. Bijvoorbeeld,
controle of een gate/deur open of dicht is. Eens ingesteld, kan de AO1-inputstatus op twee manieren aangesproken worden:
1. Tijdens een gesprek: druk op 9 op het toetsenbord van de telefoon en luister naar het aantal pieptonen in de hoorn. Één
pieptoon betekent dat de input dicht is en twee pieptonen betekent dat de input open is.
2. Willekeurig moment: stuur het SMS-bericht 1111CHK? maar de GSM PRO-intercom. Een SMS-bericht wordt teruggestuurd
met IN=OP voor open of met IN=CL voor gesloten.
Voor deze functie is een bijkomend relais vereist en de AO1-ingang moet bedraad worden zoals getoond in Fig.21.
Fig. 21
AO1 INGESTELD OP MODUS 03, 'DOORSCHAKELEN OPROEPEN NAAR MASTERNUMMER'
Het is mogelijk alle belknoppen door te schakelen naar het masternummer buiten bepaalde uren of wanneer de hulpuitgang AO1
ingesteld is op modus 03 (hulpuitgang AO1 wordt gebruikt als ingang voor monitoring). Als er geen masternummer opgeslagen is,
zal de intercom piepen en de LED bezet zal een keer knipperen om aan te geven dat er geen gesprek aan de gang is (als het paneel
ingeschakeld wordt, kondigt dit aan dat "de telefoon uitgeschakeld is, gelieve later opnieuw te proberen").
Opdat deze functie kan werken moet een tijdsband ingesteld worden en moet een masternummer opgeslagen worden (om de
tijdsband in te stellen en een masternummer op te slaan, volg het deel SMS-programmering op de pagina's 39 en 40 of de relevante
stappen in de handleiding van de software GSMSK PC). Een geschakelde normaal open (CO/NO) trigger moet gebruikt worden om
de doorschakeling van de oproepen naar het masternummer te activeren of te deactiveren. De hulpuitgang AO1 moet bedraad
worden zoals getoond in Fig.22.
Fig. 22
GMS Audio-intercom Serie 4000 - Technische Handleiding
22
OR
66250753-NL - V1.5 - 26/09/17