Draadloze LAN functie-instellingen
Hier kunt u de draadloze instellingen bekijken of bewerken.
MEMO
Deze instellingen worden automatisch in het geheugen
bewaard.
Basisbediening
1.
Druk tegelijkertijd op de [SONG] en [RHYTHM] knoppen.
2.
Druk op de [ ] [ ] (SLOW/FAST) knoppen om 'Wireless' te
selecteren.
3.
Druk op de [METRONOME] knop.
4.
Druk op de [ ] [ ] (SLOW/FAST) knoppen om het menu te
selecteren, en druk dan op de [METRONOME] knop.
Menu
Uitleg
Status
Dit toont de draadloze LAN status.
Connect
Maakt verbinding met een draadloze LAN-aansluiting.
Option
Maak instellingen voor Wireless ID of Ad-hoc modus (p. 52).
In de uitleg hieronder worden procedures aangeduid met
pijltjes, bijvoorbeeld: 'Wireless' g 'Status.'
Statusscherm
Dit toont de status van de draadloze LAN.
1.
Selecteer 'Wireless' g 'Status.'
Het status scherm verschijnt.
Scherm
Uitleg
De draadloze USB-adapter is ingestoken, maar
Not Connected
is niet met een draadloze LAN-aansluiting
verbonden.
Not Available
De draadloze USB-adapter is niet ingestoken.
Verbonden met de draadloze LAN-aansluiting.
Drie balkjes worden gebruikt voor het aangeven
van het signaalniveau (de sterkte van het
radiosignaal van de draadloze LAN-aansluiting
waarmee verbinding is gemaakt).
De identificatie (naam) van het aangesloten
draadloze LAN-aansluiting wordt getoond.
Ad-hoc modus (p.52).
De Ad-hoc SSID sleutel wordt getoond. Druk op
ID (Ad-hoc SSID)
de [ ] (Fast) knop om de Ad-hoc sleutel te tonen.
Voor details, zie 'Verbinding maken in de Ad-hoc
modus' (p.52).
2.
Druk op de [ ] (FAST) knop om het IP adres te tonen.
Over de draadloze LAN-functie
Verbinding maken met een draadloze
LAN-aansluiting die u selecteert
(Select AP)
Met deze methode kunt u verbinding maken door een draadloze
LAN-aansluiting uit de getoonde lijst te kiezen.
* Draadloze standaards 802.11g/n (2.4 GHz) en
verificatiemethodes WPA/WPA2 worden ondersteund.
1.
Selecteer 'Wireless' g'Connect' g 'Select AP' en druk
vervolgens op de [METRONOME] knop.
Het Select Access Point scherm verschijnt.
• Een '*' symbool wordt bij de draadloze LAN-aansluiting waarmee
u op dat moment bent verbonden getoond.
2.
Druk op de [–] [+] knop om om de gewenste draadloze
LAN-aansluiting te kiezen, en druk dan op de
[METRONOME] knop.
• U wordt met de geselecteerde draadloze LAN-aansluiting
verbonden.
• Als u deze draadloze LAN-aansluiting voor de eerste keer
gebruikt, gaat u over naar het Passphrase scherm.
• Als dit een draadloze LAN-aansluiting is waarmee u eerder
bent verbonden, hoeft u alleen op de [METRONOME) knop te
drukken en u wordt verbonden. Als de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt 'Completed' in het scherm.
Passphrase scherm
3.
Voer de beveiligingscode (wachtwoord) van uw draadloze
LAN-aansluiting in, en druk op de [METRONOME] knop.
Hoe tekens in te voeren
Gebruik de [ ] [ ] (SLOW/FAST) knoppen om de plaats te kiezen
waarop u een teken wilt invoeren. Met de [–] [+] knoppen
wijzigt u het teken.
* U kunt geen spatie aan het eind van de beveiligingscode
invoegen.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt 'Completed' .
Indien de verbinding niet tot stand komt, raadpleegt u 'Problemen
bij het aansluiten op een draadloze LAN' (p. 55).
4.
Druk op de [REC] knop om terug te keren naar de
functiemodus.
51