Productbeschrijving
Het continue transport wordt bereikt door een intern aangestuurde richtings-
klep, de schuifverdeler (5). De schuifverdeler leidt de aandrijflucht afwisselend
naar de twee zijden van de luchtzuiger.
De schuifverdeler wordt bestuurd door twee richtingskleppen, de stuurventielen
(3, 4), die mechanisch worden bediend door de luchtzuiger in zijn eindposities.
De stuurventielen brengen de bedieningsruimte van de schuifverdeler onder
druk of laten hem leeglopen.
Wanneer de stilstanddruk is bereikt, is er een evenwicht van krachten aan de aan-
drijf- en hogedrukzijde. De vloeibaar-gaspomp stopt en gebruikt geen aan-
drijflucht meer. Een drukval aan de hogedrukzijde of een drukverhoging aan de
aandrijfzijde leidt ertoe dat de vloeibaar-gaspomp automatisch weer opstart en
de transportvloeistof comprimeert totdat een krachtenevenwicht is hersteld.
15
0000000383 - 001 - NL