NEDERLANDS
DIMMER CURVE
Wordt gebruikt om de dimmerkromme van de masterdimmer in te stellen.
• Druk op de toetsen ▼/▲ om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Druk de ENTER-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om de gewenste kromme te selecteren:
• Druk zodra u de gewenste kromme hebt op de toets ENTER om deze op te slaan.
FAN SPEED
Wordt gebruikt om de snelheid van de koelventilatoren aan te passen.
• Druk op de toetsen ▼/▲ om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Druk de ENTER-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik de toetsen ▲/▼ om de gewenste snelheid te selecteren:
• AUTO:
De ventilatorsnelheid wordt op temperatuur geregeld voor de best mogelijke balans tussen
prestaties en led-temperatuur (standaardmodus).
• LOW:
De ventilatorsnelheid wordt op temperatuur geregeld voor de best mogelijke balans tussen
prestaties en een laag geluidsniveau. De ventilatorsnelheid is begrensd, zodat de lichtopbrengst wordt
beperkt wanneer er sprake is van een hoge temperatuur.
• HIGH:
De ventilatorsnelheid wordt op temperatuur geregeld voor de best mogelijke prestaties. De
ventilatorsnelheid is hoger, dus zal hij meer ventilatorgeluid produceren.
• Druk zodra de gewenste waarde op het scherm wordt weergegeven op de ENTER-toets om dit te
bevestigen.
STAND-ALONE-menu
WORKING MODE
Wordt gebruikt om de gewenste bedrijfsmodus te selecteren terwijl de projector in de
standalonemodus staat.
• Druk op de toetsen ▼/▲ om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Druk de ENTER-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om de gewenste modus te selecteren.
• SLAVE-modus: De projector kopieert de lichtopbrengst van de master (werkt in standalonemodus).
• MASTER: Volledig ingeschakeld: De projector werkt in de MASTER-modus zonder draaiend
programma, u kunt een kleur kiezen met de Color Effects-optie.
• MASTER: Programma 01-22: De projector werkt in de MASTER-modus, u kunt één van de interne
pixelprogramma's selecteren (selecteer ook de programmasnelheid).
• Druk zodra de gewenste waarde op het scherm wordt weergegeven op de ENTER-toets om dit te
bevestigen.
PROGRAM SPEED
Wordt gebruikt om de gewenste snelheid van het geselecteerde pixelprogramma te selecteren.
• Druk op de toetsen ▼/▲ om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Druk de ENTER-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik te toetsen ▼/▲ buttons om de gewenste snelheid te selecteren: 000 (langzaam) → 255 (snel)
• Druk zodra de gewenste waarde op het scherm wordt weergegeven op de ENTER-toets om dit te
bevestigen.
Opmerking: de programmasnelheid hangt af van de hoeveelheid Afterglow: verlaag de Afterglow-waarde als
de programmasnelheid te laag is.
AFTERGLOW
Wordt gebruikt om het gewenste "nagloeieffect" te selecteren terwijl pixelprogramma's lopen.
• Druk op de toetsen ▼/▲ om door het menu te bladeren totdat de vereiste functie verschijnt.
• Druk de ENTER-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik te toetsen ▼/▲ buttons om de gewenste snelheid te selecteren: 000 (geen nagloei) → 255 (lange
nagloei)
BRITEQ
®
GEBRUIKSAANWIJZING
8/19
BT-CHROMA800