Kaarten integreren
Om te rekenen waarden
Zonekaart
hoeveelheidstoewijzing
Contourkaart
8.1.3
Gebruik van de kaartinformatie
De in hoofdstuk 8.1.2 genoemde kaarttypen "[%] relatief opbrengstpotentieel" en "Contourkaart"
bevatten numerieke waarden die door het systeem rechtstreeks als relatief opbrengstpotentieel of als
perceelcontour worden omgezet. De beschrijvingen van de instelmogelijkheden vindt u in de
hoofdstukken 8.3.3 resp. 8.3.6.
De kaarttypen "Om te rekenen waarden" en "Zonekaart hoeveelheidstoewijzing" daarentegen bevatten
numerieke waarden waarvan het gebruik pas in een volgende stap ("Kaart gebruikt als") wordt vastgelegd.
Hierbij deelt men het systeem mee of de toegewezen numerieke waarden als relatief opbrengstpotentieel
of als absolute afgiftehoeveelheid moeten worden geïnterpreteerd (zie onderstaande tabel). De
beschrijvingen van de instelmogelijkheden vindt u in de hoofdstukken 8.3.4 resp. 8.3.5
Gebruiksdoel
("Kaart gebruikt als")
Relatief
opbrengstpotentieel
Toedieningshoeveelheid
49 / 88
De waarden van de kaart zijn beschikbaar als eenvoudige
numerieke waarden, die echter voor het gebruik in de
toepassing nog moeten worden omgerekend. Voor deze
opschaling wordt een factor(*) en een offset (+)
aangegeven, waarmee de waarden op de kaart kunnen
worden verrekend. Standaardinstelling: Factor 1 en offset
0. Of de numerieke waarden als relatief
opbrengstpotentieel of als absolute afgiftehoeveelheid
moeten worden gebruikt, wordt in een navolgende stap
vastgelegd (zie 8.1.3).
De afzonderlijke zones op de kaart zijn weliswaar met
namen of nummers aangeduid, maar hoeven niet
noodzakelijkerwijs aan waarden zijn gekoppeld. Bij de
aanmaak van de taak wordt aan elke gebruikte zone een
waarde toegewezen. Zones met dezelfde naam worden
bijeengevoegd en krijgen dezelfde waarde. Pas in de
navolgende stap ("Kaart gebruikt als") wordt vastgelegd of
de toegewezen numerieke waarden als relatief
opbrengstpotentieel of als absolute afgiftehoeveelheid
moeten worden gebruikt (zie 8.1.3).
zie hiervoor
Beschrijving
De kaart wordt in de toepassing gebruikt voor het variëren van het
opbrengstpotentieel binnen een perceel. Uitgaande van 100% kan hiermee aan
deelpercelen een beter (>100) of slechter (<100) potentieel worden toegewezen.
Bij de een-/tweepuntsmodus wordt in het taakmenu nog een omrekenfactor
aangegeven.
De waarden van de gegenereerde kaart worden rechtstreeks aan de
toedieningsapparatuur doorgegeven. De sensor (meetkop) heeft geen invloed op
de uitvoerhoeveelheid.
V1.8
8.3.4
8.3.5
8.3.6