Informatie over het sensorsysteem ISARIA
Voordat u de toediening uitvoert, kunt u desgewenst eerst een taak voor de toediening aanmaken (op de
ISARIA-terminal of op de kantoor-pc), op basis waarvan u de toediening wilt uitvoeren
Terwijl u met ISARIA werkt, heeft u in elke modus de mogelijkheid om
- de afgiftehoeveelheden handmatig te corrigeren
- de actuele statusmeldingen van het systeem te laten weergeven
Na verwerking van de taak kunt u de gegevens
- rechtstreeks op de ISARIA-terminal bekijken en analyseren
- op een verwisselbare gegevensdrager (bijv. een USB-stick) in diverse formaten (shape-, txt-, csv-
bestandsformaat) opslaan/exporteren en voor de verdere verwerking bijv. op uw kantoor-pc gebruiken
Meetprincipe, sensorwaarden
Twee in de hoogte verstelbare sensoren (meetkoppen) leveren via een optisch reflectieproces gegevens
op basis waarvan twee zogenaamde vegetatie-indexen worden berekend. De eerste index, die in het
navolgende als de IRMI (Isaria Reflectance Measurement Index) wordt aangeduid, is een maatstaf voor de
voedingstoestand van het gewas. Deze index werkt bijzonder goed wanneer de plantengroei al ver
gevorderd is, zoals bij graan vanaf het scheutstadium van het gewas. De tweede index, die in het
navolgende als de IBI (Isaria Biomassa Index) wordt aangeduid, is een maatstaf voor de gewasdichtheid
resp. voor de biomassa. Deze index wordt gebruikt:
- enerzijds als maatstaf voor de voedingstoestand in zeer vroege ontwikkelstadia (wanneer de IRMI beter
nog niet kan worden gebruikt)
- anderzijds als "waarschuwingssysteem", voor het geval dat het gewas zeer ongelijkmatig is en
zodoende het gebruik van de IRMI als maatstaf voor de voedingstoestand twijfelachtig is (deze functie
en het gebruik ervan worden beschreven in hoofdstuk 10.4.3, pagina 68)
In latere ontwikkelstadia is de IBI niet geschikt voor het karakteriseren van het gewas.
Het is aan de gebruiker om te beslissen welke index hij voor de berekening van de voedingstoestand wenst
te gebruiken en vanaf welke gewasdichtheid de waarschuwing moet worden gegenereerd. Hoe deze keuze
kan worden gemaakt en moet worden ingesteld, is beschreven in hoofdstuk 10.4.3, pagina 68.
Sensorwaarden aan opbrengstverwachtingen koppelen voor een optimaal gewasbeheer
De meetwaarden van de sensoren (meetkoppen) alleen bieden uitsluitend informatie over de actuele
voedingstoestand van de planten. Voor een optimaal gewasbeheer is kennis nodig over de
stikstofvoorziening vanuit de bodem, het ontwikkelingsstadium van de planten en de opbrengst die op de
locatie kan worden verwacht. De bodeminformatie kan het systeem met behulp van zogenaamde
opbrengstpotentieelkaarten worden verstrekt (zie pagina 13 voor opmerkingen over het genereren van
opbrengstpotentieelkaarten). Het systeem koppelt de bodemwaarden vervolgens - dankzij kennis over de
actuele GPS-positie - aan de actuele sensorwaarden op de betreffende locaties.
11 / 88
Voorbeeld van de
gebruik van de
IBI
V1.8
Ill. 1
Voorbeeld van de
gebruik van de IRMI