3.2 Elektrische aansluiting
De voorraadwaterkoker WKI wordt afhankelijk
van de uitvoering op een enkel fase- of
draaistroomnet aangesloten.
De wandcontactdoos en de met een hoofd-
schakelaar afgezekerde groep behoren tot de
elektrische installatie. Op deze groep mogen
geen andere verbruikers zijn aangesloten.
Afhankelijk van de elektrische uitvoering van het
apparaat, moet het apparaat
onderstaande afbeeldingen worden
aangesloten.
•
(fig. 3) Bij 3N~ 380-415V (5 aderige kabel).
•
(fig. 4) Bij 3~ 230V (4 aderige kabel).
•
(fig. 5) Bij 1N~ 220-240V (3 aderige kabel).
Neem de volgende aanwijzingen in acht als u een
nieuwe stekker monteert:
1.
De groen/geel gekleurde ader ("AARDE")
moet worden aangesloten aan de klem die
gemerkt is met de letter "E" het "aarde"
symbool (
) of groen of groen/geel gekleurd is.
2.
De blauw gekleurde ader ("NUL") moet
worden aangesloten aan de klem die gemerkt is
met de letter "N" of zwart gekleurd is.
3.
De bruin of zwart gekleurde ader ("FASE") moet
worden aangesloten aan de klem die gemerkt
is met de letter "L1, L2, L3" of rood gekleurd is.
fig. 3
fig. 4
fig. 5
NL
v
olgens de hier
Groen/Geel - Aarde (E)
Blauw
- Nul
(N)
Bruin
- Fase
(L1)
Zwart
- Fase
(L2)
Grijs
- Fase
(L3)
Groen/Geel - Aarde (E)
Bruin
- Fase
(L1)
Zwart
- Fase
(L2)
Grijs
- Fase
(L3)
Groen/Geel - Aarde (E)
Blauw
- Nul
(N)
Bruin
- Fase
(L1)
3.3 Wateraansluiting
Sluit het apparaat met behulp van de water-
aansluitslang aan op een goed toegankelijke
beluchterkraan, die in geval van problemen
snel dichtgedraaid kan worden. De minimale
waterdruk mag niet onder 1 bar (bij 5 ltr./min.
stromingsdruk) komen.
3.4 Waterafvoer
De overloopafvoer (Ø15 mm) van de WKI moet
aan de afvoer worden aangesloten.
3.5 Het ophangen van een WKI aan de
wand
Bevestig het apparaat aan de wand naar gelang de
gesteldheid van de montagewand en met behulp van
daarvoor geschikte pluggen. Bij gasbeton-, gipsplaat
wanden of wanden van ander materiaal er doorheen
schroeven of een extra wandversterking aanbrengen.
1.
De netspanning moet met de op het typeplaatje
aangegeven specificaties overeenstemmen.
2.
Bepaal hoe de gehele opstelling van
serveerwagen(s) met waterkoker(s) moet
worden.
3.
Bepaal waar de voorraadwaterkoker moet
komen te hangen, zie als hulp fig. 2 + 6
4.
Bevestig de voorraadwaterkoker aan de wand
en sluit elektra, watertoevoer en
overloopleiding aan.
5.
Rij de combinatie van serveerwagen
container/opzetfilter onder de kraan met
zwenkarm.
D1
B2
B3
Ø15
~
Volt
fig. 6
4
WKI-n
2015/03 Rev. 5.0