Inhoudsopgave
Advertenties
Spraakherkenning
Wat is spraakherkenning?
Met spraakherkenningstechnologie wordt
het systeem uitgevoerd via herkenning
van uw spraakopdrachten, zodat multime-
dia veilig kunnen worden bediend terwijl u
de auto bestuurt.
Helaas worden niet alle mogelijke spraak-
opdrachten door het systeem herkend
vanwege technologische beperkingen.
Daarom worden de spraakopdrachten die
beschikbaar voor u zijn, door het systeem
weergegeven.
Soms zijn er communicatiefouten tussen
mensen. Evenzo worden uw spraakop-
drachten in sommige omstandigheden
soms verkeerd begrepen door de spraak-
herkenning. Als dit gebeurt, kunt u op het
scherm controleren wat de beschikbare
opties zijn en de opdracht opnieuw zeggen
of de knop voor de bijbehorende opdracht
op het scherm handmatig selecteren en er
op drukken.
5-2 I Spraakherkenning
Vereiste voorzorgsmaatregelen
voor een succesvolle
spraakherkenning
1. Spraakherkenning biedt alleen onder-
steuning voor de opdrachten die op het
scherm worden weergegeven en die in
de gebruikershandleiding staan.
2. Om ervoor te zorgen dat uw opdracht
juist wordt herkend en wordt uitgevoerd,
zegt u uw opdracht wanneer u het
piepje hoort na een gesproken bericht.
3. Spraakherkenning wordt automatisch
gestopt als:
1) Er een inkomende of uitgaande
oproep is
2) Media (USB of iPod, enz.) worden
aangesloten of losgekoppeld
3) De camera aan de voorzijde of ach-
terzijde wordt bediend (optioneel)
4) De motor van de auto wordt gestart
of wordt uitgezet
5) Een systeemtoets, zoals
, wordt geselecteerd
MEDIA
6) Er een noodsituatie optreedt, bijvoor-
beeld opnieuw zoeken naar de route
nadat de navigatieroute is kwijtgeraakt
4. De microfoon waarmee uw stem wordt
herkend, bevindt zich bij het hoofdsteun-
gedeelte in de bestuurdersstoel. Houd
uw lichaam rechtop in de bestuurders-
stoel wanneer u de opdracht geeft, zodat
uw opdrachten beter worden verstaan.
5. Als u op een natuurlijke en duidelijke
manier spreekt, worden uw spraakop-
drachten beter herkend.
6. In de volgende gevallen wordt spraakher-
kenning beïnvloed door omgevingsgeluid.
1) Het geluid van de wind als een
raam of het schuifdak is geopend.
2) Een krachtige luchtstroom die uit de
luchtgaten komt. Stel de klimaatbe-
heersing lager dan niveau 3 in.
3) Trillingen als u door een tunnel rijdt.
4) Trillingen als u op een onregelma-
tige weg rijdt.
of
5) Storm en hevige regenval.
RADIO
Advertenties
Inhoudsopgave
