PROBLEEM
Problemen met het papier
De MFC voert geen papier in.
Het LCD-scherm geeft
Papier nazien of
Papierstoring weer.
De MFC voert geen papier in
van de handinvoerlade.
Hoe voer ik enveloppen in?
Welk papier kan ik gebruiken?
Hoe los ik problemen met
vastgelopen papier op?
Problemen met de afdrukkwaliteit
De afgedrukte pagina's zijn
omgekruld.
Er staan vlekken op de
afgedrukte pagina's.
De afdrukken zijn te licht.
Problemen met het netwerk
Ik kan niet via het netwerk
afdrukken
12 - 14 PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD
SUGGESTIES
Controleer of het bericht Papier nazien of Papierstoring op het
LCD-scherm wordt weergegeven. Wanneer de lade leeg is, vult u papier
bij. Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst.
Wanneer het papier gekruld is, moet u het gladstrijken. Soms moet u het
papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade
plaatsen. Plaats minder papier in de lade en probeer opnieuw.
Controleer of de papierlade voor handmatige invoer niet zijn
geselecteerd in de printerdriver.
Plaats het papier goed in de lade en voer het vel voor vel in. Controleer
dat de handinvoerlade is geselecteerd in de printerdriver.
U kunt enveloppen invoeren via de handinvoerlade. Uw toepassing
moet zo zijn ingesteld dat u op het betreffende envelopformaat kunt
afdrukken. Dit stelt u meestal in via het menu met papierinstellingen of
documentinstellingen in uw toepassing. Raadpleeg de handleiding van
uw software.
U kunt normaal papier, enveloppen, transparanten en etiketten
gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Raadpleeg Omtrent
papier op pagina 2-1.)
Raadpleeg Vastgelopen papier op pagina 12-5.
Dun of dik papier dat niet aan de specificaties voldoet, kan dit probleem
veroorzaken. Controleer dat u de juiste papiersoort hebt geselecteerd.
(Raadpleeg De papiersoort instellen op pagina 4-6 en Soort papier op
pagina 2-4 in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
De instelling voor de papiersoort is misschien niet geschikt voor het
papier dat u gebruikt. —OF— U gebruikt te dik papier of papier met een
ruw oppervlak. (Raadpleeg De papiersoort instellen op pagina 4-6 en
Soort papier op pagina 2-4 in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Schakel de tonerbespaarstand uit in het tabblad Geavanceerd van de
printerdriver. (Raadpleeg Tonerbespaarstand op pagina 2-7 in de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
Controleer dat de stekker van de MFC in het stopcontact zit, dat de
machine online is en klaar is om af te drukken. Druk op de testtoets.
(Raadpleeg Testtoets op pagina 13-9.) De huidige instellingen van de
NC-9100h worden afgedrukt. Controleer dat de kabels en de
netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer indien mogelijk de MFC aan
te sluiten op een andere poort van de hub en gebruik een andere kabel.
Controleer of er een LED brandt. De NC-9100h heeft een tweekleurige
LED voor de probleemdiagnose.