Specifieke bouwtips per standaardreeks
1. Plaats muurprofiel M16 en positioneer daar-
na de verschillende dragers T16.1. Reken tel-
kens met de asafstanden (CA) en hou rekening
met de L16. (Zie pag. 4 van deze brochure).
1. Plaats muurprofiel M16 en positioneer
daarna de verschillende dragers T16.2. Reken
telkens met de asafstanden (CA). (Zie pag. 4
van deze brochure).
1. Hou voor de houten draagstructuur steeds
rekening met de opgegeven asafstanden CA
(zie pagina 4 van deze brochure) en de hoek
van 10°.
1. Hou voor de houten draagstructuur steeds
rekening met de opgegeven asafstanden CA
(zie pagina 4 van deze brochure) en de hoek
van 10°.
1. Hou voor de houten draagstructuur steeds
rekening met de opgegeven asafstanden CA
(zie pagina 4 van deze brochure) en de hoek
van 10°.
6/10
100°
10°
2. Zaag de muurzijde van profiel L16 schuin
af, zodat de zijflank ervan mooi aansluit met
de muur.
100°
10°
2. Zaag de muurzijde van profiel LT16 schuin
af, zodat de zijflank ervan mooi aansluit met
de muur.
100°
40 mm
65 mm
10°
65 mm
40 mm
2. Verwijder links en rechts 65 mm van het ver-
ticale deel van de muurprofielen MP en CLM.
Zet profiel MP vast in de muurbalk door middel
van schroeven met verzonken kop. Schuif rub-
ber C1CX in profiel CLM.
100°
40 mm
65 mm
10°
65 mm
40 mm
2. Verwijder links en rechts 65 mm van het ver-
ticale deel van de muurprofielen MP en CLM.
Zet profiel MP vast in de muurbalk door middel
van schroeven met verzonken kop. Schuif rub-
ber C1CX in profiel CLM.
100°
40 mm
65 mm
10°
65 mm
40 mm
2. Verwijder links en rechts 65 mm van het ver-
ticale deel van de muurprofielen MP en CLM.
Zet profiel MP vast in de muurbalk door middel
van schroeven met verzonken kop. Schuif rub-
ber C1CX in profiel CLM.
3. Boor om de 50 cm in de voorziene gleuf van
het draagprofiel T16.1 en schroef vast.
3. Boor om de 50 cm in de voorziene gleuf van
het draagprofiel T16.2 en schroef vast.
3. Snij onderaan de coëxrubber van de T16P
weg over 25 mm. Maak het stopprofiel S16.3/
S32.3 met een RVS-schroef vast aan het uit-
einde van profiel T16P.
3. Snij onderaan de coëxrubber van de T16P
en de LP weg over 25 mm. Maak het stop-
profiel S16.3/S32.3 met een RVS-schroef vast
aan deze profielen.
3. Leg de aluprofielen TPH en TPHL tot net
tegen MP en schroef om de 50 cm vast op de
houten dragers. Maak het stopprofiel S38.3
vast aan de uitgestanste zijde van de glasdra-
gers TPG & TPGL.
4. Plaats de steunrubbers C3 in de draag- en
zijprofielen. De rubbers zijn per twee verpakt en
dient u zelf los te maken.
4. Plaats de steunrubbers C3 in de draag- en
zijprofielen. De rubbers zijn per twee verpakt en
dient u zelf los te maken.
4. Monteer de profielen T16P tot net tegen het
MP-profiel. Zet vast met schroeven met verzon-
ken kop via de voorziene sleufgaten.
4. Monteer de profielen T16P en LP tot net
tegen het MP-profiel. Zet vast met schroeven
met verzonken kop via de voorziene sleufgaten.
4. Breng de glasdragers TPG & TPGL op lengte
en schuif ze in de aluminium profielen tot
tegen het muurprofiel MP en schroef vast met
2 schroeven aan de bovenzijde. Breng rubber
C31 aan in het muurprofiel MP.