Tabel 4. Opties van System Setup - menu System Configuration (vervolg)
Systeemconfiguratie
Het vingerafdruklezerapparaat inschakelen
Enkelvoudige aanmelding met de
vingerafdruklezer inschakelen
Mediakaart inschakelen
Keyboard Illumination
Time-outwaarde van de
toetsenbordverlichting op netvoeding
Time-outwaarde van de
toetsenbordverlichting op batterij
Tabel 5. Opties van System Setup - menu Video
Video
LCD Brightness
Helderheid op batterij
Helderheid op wisselstroom
Tabel 6. Opties voor System Setup - menu Security (Beveiliging)
Beveiliging
Beheerdersinstallatie blokkeren inschakelen
Wachtwoord overslaan
Enable Non-Admin Password Changes (Niet-
beheerderswachtwoordwijzigingen
inschakelen)
Niet-admin-installatiewijzigingen
Wijzigingen schakelaar voor draadloos
netwerk toestaan
42
Systeeminstallatie
Schakelt het vingerafdruklezerapparaat in of uit.
Standaard: AAN.
De enkelvoudige aanmeldingsfunctie van de vingerafdruklezer in- of uitschakelen.
Standaard: AAN.
Hiermee kunt u alle mediakaarten in- of uitschakelen of de mediakaart instellen op
alleen-lezen.
Standaard: Secure Digital (SD)-kaart ingeschakeld
Configureert de bedrijfsmodus van de functie voor toetsenbordverlichting.
Standaard: Helder Stelt de functie voor toetsenbordverlichting in op 100%
helderheid.
Configureert de time-out-waarde voor het toetsenbord wanneer de voedingsadapter
is aangesloten op de computer. De time-outwaarde van de toetsenbordverlichting is
alleen van kracht wanneer de achtergrondverlichting is ingeschakeld.
Standaard: 10 seconden.
Configureert de time-out-waarde voor het toetsenbord als de computer alleen op
batterij wordt uitgevoerd. De time-outwaarde van de toetsenbordverlichting is alleen
van kracht wanneer de achtergrondverlichting is ingeschakeld.
Standaard: 10 seconden.
Hiermee wordt de helderheid van het scherm ingesteld als de computer alleen op
batterij wordt uitgevoerd.
Hiermee wordt de helderheid van het scherm ingesteld als de computer alleen op
wisselstroom wordt uitgevoerd.
Hiermee kunt u voorkomen dat gebruikers de BIOS openen wanneer er een
beheerderswachtwoord is ingesteld.
Standaard: UIT.
Hiermee kunt u tijdens het opnieuw opstarten van het systeem het System (Boot)
Password en het wachtwoord van de interne harde schijf omzeilen.
Standaard: Disabled (Uitgeschakeld).
Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de gebruiker het wachtwoord voor het
systeem en de harde schijf kan veranderen zonder dat daar het
beheerderswachtwoord voor nodig is
Standaard: AAN.
Hiermee kunt u wijzigingen in de installatieopties in- of uitschakelen als er een
beheerderswachtwoord is ingesteld.
Standaard: UIT.