Inhoudsopgave
Advertenties
6
Installatie en montage
VOORZICHTIG!
In het algemeen moeten de technische gegevens van de gebruiks- en montagehandleiding wor-
den aangehouden.
Met name moet bij het gebruik van de niveausensor erop worden gelet dat de toegestane meet-
stoftemperatuur niet wordt onder- of overschreden en dat de niveausensor niet vastvriest in de
meetstof.
Tevens mag de toelaatbare druk niet worden overschreden.
LET OP!
Meetonnauwkeurigheden of apparaatstoringen door temperatuurschommelingen.
Neem het toegestane temperatuurbereik voor het medium in acht.
GEVAAR!
Installatie en gebruik van de niveausensor moeten plaatsvinden rekening houdend met deze ge-
bruikshandleiding en de van toepassing zijnde regels en normen.
Voeding en uitgang van de niveausensor moeten in de niet intrinsiek veilige zone liggen.
De sensorstroomkring kan conform apparaatgroep II naar zone 1 worden geleid.
De daaruit resulterende identificatie luidt:
II 2G Ex ib IIC T6...T4 Gb
II 2D Ex ib IIIC T70°C...100°C Db
IECEx Ex ib IIC T6...T4 Gb
IECEx Ex ib IIIC T70°C...T100°C Db
De hoogste toegestane temperaturen zijn vermeld in de technische gegevens.
"Omgevingsinvloeden ", Page 16
Bij installatie en gebruik van de niveausensor moet erop worden gelet dat geen elektrostatische la-
ding kan optreden.
Het membraan van de niveausensor mag niet worden beschadigd!
De titanium niveausensor moet op correcte wijze beschermd tegen stoten en slijtage worden geïn-
stalleerd.
De te meten druk mag ook in drukpieken de toegestane overdruk van de niveausensor niet over-
schrijden.
GEVAAR!
Bij de elektrische aansluiting moet rekening worden gehouden met de eenduidige bepalingen:
- Bepaling voor het installeren van elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen
- EG typeonderzoeksverklaring
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd!
De voedingsspanning moet intrinsiek veilig zijn en mag de volgende maximale waarden niet over-
schrijden:
U
: DC 28 V
i
I
: 100 mA
i
P
: 750 mW
i
werkzame interne inductie L: verwaarloosbaar klein
werkzame interne capaciteit C: ≤ 10,4 nF
Afhankelijk van de kabellengte (L) moeten daarbij de volgende waarden voor de interne capaciteit
en interne inductie van de sensor worden opgeteld:
werkzame interne capaciteit: FEP-kabel 0,192 nF/m * L, PUR-kabel 0,22 nF/m * L
werkzame interne inductie: FEP-kabel 0,22 µH/m * L, PUR-kabel 1,09 µH/m * L
In intrinsiek veilige stroomkringen mogen alleen intrinsiek veilige, gecertificeerde meetapparaten
worden gebruikt!
6 Installatie en montage
19
Advertenties
Inhoudsopgave
