10
De droogprogramma's zijn verdeeld in twee sequenties die worden aangegeven door de lamp (B):
1. Droogprocedure: De lamp brandt continu.
2. Afkoelperiode: De lamp knippert.
5.3 Lading
Gebruik een volle belading en open de deur pas wanneer de machine is gestopt, voor optimaal energie-efficiënt dro-
gen. Als de deur wordt geopend tijdens het drogen, wordt de droogtijd langer.
De droogkast heeft drie hanggedeelten. Ieder gedeelte heeft een aantal hangers waar het wasgoed aan wordt ge-
hangen. Als het wasgoed wordt opgehangen volgens de volgende instructies, wordt het meest efficiënte droogresul-
taat bereikt.
• Hang de artikelen in de droogkast afhankelijk van hoeveel ruimte ze nodig hebben en niet afhankelijk van hun
gewicht.
• Leg geen artikelen plat op het bovenste hanggedeelte.
• Hang lange artikelen het dichtst bij de wanden van de droogkast en kortere artikelen richting het midden.
• Draai de twee onderste hanggedeelten omhoog als er lange artikelen moeten worden gedroogd.
• Hang handschoenen, hoeden, sjaals en dergelijke aan de ophangbalken op de binnenkant van de deur.
• Belast de droogkast niet te veel. Het wasgoed wordt dan gekreukt en droogt onregelmatig. Laat een bepaalde af-
stand tussen de artikelen als dat mogelijk is.
Zorg ervoor dat de materialen elkaar niet raken om te voorkomen dat er kleur wordt afgegeven.
• Vermijd dikke artikelen samen met dunne artikelen omdat dikke artikelen meer vocht vasthouden en totaal andere
droogtijden hebben. Als dat wel gebeurt, verwijder dan de dunnere artikelen als ze droog zijn om de droogtijd voor
de overgebleven dikke artikelen te verminderen.
• Hang gebreide artikelen niet op. Deze kunnen uitrekken als ze zwaar van het water zijn.
We raden aan de wasetikettering van de kleding zoveel mogelijk te volgen.
5.4 Kinderslot
Bij levering is het kinderslot uitgeschakeld.
Als het is ingeschakeld, moeten de programmatoetsen/stopknop ten minste drie seconden (vertragingsperiode) inge-
drukt worden gehouden voordat het programma start/stopt.
Gebruikshandleiding
fig.W01221