a
Verwijder de vier schroeven (M1.6x5.5) waarmee de kabel van de I/O-kaart aan het moederbord is bevestigd [1].
b Verwijder de kabel van de I/O-kaart van de ventilatoren [2].
c
Verwijder de twee interposers van de I/O-kaart uit het moederbord [3].
OPMERKING:
voorkomen dat de interposers uit uw computer vallen. De pinnen op de interposerkaarten zijn zeer kwetsbaar. Vermijd
contact met de pinnen en de onderkant van de kaarten. Pak en til de kaarten in plaats daarvan aan de randen of de
zijkant op. Plaats de interposerkaarten na verwijdering uit het systeem op een ESD-mat op een plek waar ze
ongestoord kunnen blijven liggen. Oefen GEEN druk uit op de pinnen op de interposerkaarten en maak GEEN
bewegingen die krassen op de pinnen kunnen veroorzaken, zoals het roteren/omkeren van de kaarten terwijl deze met
een oppervlak in contact zijn.
De interposers van de I/O-kaart plaatsen
1
Plaats de twee interposers van de I/O-kaart met behulp van de uitlijnpunten op het moederbord.
Verwijder de interposers van de I/O-kaart meteen nadat u de kabel van de I/O-kaart verwijdert om te
Onderdelen verwijderen en plaatsen
23