Inhoudsopgave
Advertenties
Opmerking: Neem vóór het begin van de installatie de "Veiligheidsinformatie" van Deel 1 in acht.
Controleer aan de hand van de installatie- en onderhoudsinstructies, het typeplaatje en het technische informatieblad
of het product geschikt is voor de beoogde installatie.
3.1 Levering
De CSF16 en CSF16T filterbehuizingen worden los van de filterelementen geleverd.
1.
De kop en kom van de filterbehuizing met de afdichting of pakking van de behuizing zijn verpakt in één doos,
compleet met EN 10204 3.1 certificering, indien van toepassing, en installatie- en onderhoudsinstructies.
2.
Het filterelement compleet met twee afdichtingen.
Opmerking: DN100 en DN150 CSF16 en CSF16T vereisen meerdere elementen - Zie de keuzetabel van
filterelementen.
3.2 Installatie
Er zijn 6 hoofdcriteria waaraan moet worden voldaan om ervoor te zorgen dat de CSF16 en CSF16T filters doeltreffend
werken en een lange probleemloze levensduur hebben.
1.
Bij gebruik op stoom of perslucht moet stroomopwaarts van het filter een waterafscheider worden geïnstalleerd
om zwevende condensaatdruppels te verwijderen. Dit komt niet alleen de conditie van de stoom of perslucht
ten goede, maar verlengt ook de levensduur van het filterelement. Voor bepaalde toepassingen, zoals
culinaire stoom, is een waterafscheider verplicht om te voldoen aan de sanitaire normen. Wij raden aan de
filterbehuizingen te installeren volgens de 3A beste praktijk-richtlijnen REF 3-A Geaccepteerde Praktijken voor
een Productiemethode voor Culinaire Stoom, Nummer 609-03.
2.
Voor een maximale levensduur wordt aanbevolen stroomopwaarts van de CSF16 en CSF16T een Y-type filter
met een roestvast stalen zeef van 100 mesh te installeren.
3.
De filterbehuizing moet worden geïnstalleerd in horizontaal leidingwerk met de filterkop verticaal boven de
verbindingsleidingen. DN100 en DN150 CSF16 en CSF16T hebben meerdere elementen, zie tabel 2 voor
meer informatie.
4.
Zorg ervoor dat de filterbehuizing is geïnstalleerd met de pijlen in de richting van de stromingsrichting in de
leidingen.
5.
Bij gebruik op stoom moeten de aftapplug en de pakking van de filterkuip worden verwijderd en moet onder het
filter een condenspot worden geïnstalleerd. Het condensaat uit deze condenspot moet worden afgevoerd naar
de afvoer, of naar de opvangbak van een pomp, mits er geen tegendruk, d.w.z. lift, op de condenspot wordt
uitgeoefend (zie figuur 5). Als het niet mogelijk is om een condenspot te installeren bij het aftappunt, dan moet
een volledig gelijkwaardig T-aftappunt of een inline afscheider met geschikte condenspot worden opgenomen
in de horizontale leidingen vóór de filter. Het wordt aanbevolen om een ontluchter te monteren op de bovenste
aansluiting op de filterkop.
6.
Voor en na het filter moeten manometers worden geïnstalleerd om het drukverschil over de filter zelf te
controleren. Zodra het drukverschil 0,7 bar eff. (10 psi eff.) bereikt, moet het filterelement worden vervangen.
CSF16 en CSF16T Roestvast stalen stoom- en steriele luchtfilters
IM-P180-42-NL CMGT-UKn-02
3. Installatie
41
Advertenties
Inhoudsopgave
