Inhoud
Aansluitingen
o Volume bij aanzetten
Definieer de volume-instelling die actief is wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld.
Laatste
(Standaard) :
Mute:
1 – 98
(–79.5 dB – 18.0 dB) :
0 Dit kan worden ingesteld wanneer "Volumeniveau" is ingesteld op "Variabel".
(v blz. 210)
0 De dB-waarde wordt weergegeven wanneer de instelling "Schaal"" –79.5 dB –
18.0 dB" is. (v blz. 155)
o Dempingsniveau
Stel de verzwakking in wanneer demping is ingeschakeld.
Volledig
(Standaard) :
–40 dB :
-20 dB :
Voorpaneel
Display
Weergave
Gebruik de opgeslagen instelling van de
laatste sessie.
Altijd dempen als het toestel wordt
aangezet.
Het volume wordt aangepast aan het
ingestelde niveau.
Het geluid wordt volledig uitgeschakeld.
Het geluid wordt verzwakt met 40 dB.
Het geluid wordt verzwakt met 20 dB.
Achterpaneel
Instellingen
Zone herbenoemen
Verander de schermtitel van iedere zone in een titel van uw voorkeur.
MAIN ZONE / ZONE2
Stand. inst.:
0 U kunt maximaal 10 tekens invoeren.
Ga naar "Het toetsenbordscherm gebruiken" (v blz. 149) voor het invoeren van
tekens.
Smart Select namen
Verander de Smart Select-naam die op het TV-scherm wordt getoond als
gewenst.
Smart Select 1 / Smart Select 2 / Smart Select 3 / Smart Select 4
Stand. inst.:
0 U kunt maximaal 16 tekens invoeren.
Ga naar "Het toetsenbordscherm gebruiken" (v blz. 149) voor het invoeren van
tekens.
211
Afstandsbediening
Tips
Appendix
De standaardinstelling wordt hersteld voor
de bewerkte zonenaam.
De standaardinstelling wordt hersteld voor
de veranderde Smart Select-naam.
Index