Zoek de Snelheidssensor (88) en de Magneet
(90) aan de rechterkant van de Katrol (31). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
is. Draai de #8 x 3/4" Truss Kopschroef (14) indien
nodig los, verplaats de Snelheidssensor lichtjes
en maak de Schroef weer vast. Schuif voorzichtig
de Motorkap (niet afgebeeld) terug door de gelei-
ders uit te lijnen. Maak de Motorkap vast met de
vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de
loopband een paar minuten draaien om de snel-
heidsmeting na te kijken.
Boven
Weergave
3 mm
90
31
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
blijft branden wanneer u de sleutel uit het bedie-
ningspaneel trekt
a. Het bedieningspaneel kent een demo instelling,
die ontworpen is voor gebruik als de loopband in
een winkel geëtaleerd wordt. De demo instelling
staat aan als de display blijven branden wanneer u
de sleutel uittrekt. Houd de Stoptoets enkele lang
seconden ingedrukt om de demo instelling uit te
schakelen. Zie DE INFORMATIE INSTELLING op
bladzijde 20 om de demo instelling uit te schakelen
als de displays nog steeds branden.
SYMPTOOM: de helling van de loopband verandert
niet goed
a. Druk de Stoptoets en de Speed (snelheids)- toena-
metoets, steek de sleutel in het bedieningspaneel
en laat dan de Stoptoets en de Speed- toename-
toets los. Druk op de toets Stop en druk dan op
de toets Incline (helling) verhogen of verlagen.
De loopband zal automatisch naar het maximum
hellingniveau stijgen en dan naar het minimumni-
veau terugkeren. Hierdoor wordt het hellingsysteem
opnieuw geijkt. Druk week op de Stoptoets en
daarna op de Incline (helling)- toename- of -afna-
metoets als de helling niet met ijken begint. Trek de
sleutel uit het bedieningspaneel als de helling geijkt
is.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
b. Als de loopband te strak staat draait de loop-
88
14
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
23
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
1,5 meter of korter.
band langzamer en kan zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT. Draai
beide bijstelschroeven van de ruststandrol met de
inbussleutel een kwartslag tegen de klok in. Als
de loopband goed vastligt moet u elke rand van
de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
blijft liggen. Steek dan het stroomsnoer in, steek
de sleutel in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze procedure totdat de loop-
band in het midden ligt.
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het loop-
vlak nooit met siliconen spray of enig andere
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur aangegeven wordt. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en tot overmatige slijtage
leiden. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als
u vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
) snoer van
2