EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 17.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van
een a vooraf ingestelde
oefening, drukt u her-
haaldelijk op de toets
Weight Loss Workouts
(Afval-oefeningen) tot
de gewenste oefening in het scherm verschijnt.
Als u een oefening selecteert, knipperen de maxi-
male snelheid en hellingsinstelling van de oefening
een paar seconden in de displays; daarna toont de
display hoelang de oefening zal duren. Een profiel
van de snelheidsinstellingen van de oefening ver-
schijnt in de matrix.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start of Speed (Snelheids-
toename) om met de oefening te beginnen. Even
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel-
heid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de
handleuningen vast en begin met wandelen.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in 30 seg-
menten van 1 minuut. Er is één snelheids- en één
hellinginstelling voor elk segment geprogrammeerd.
Aandacht: dezelfde snelheid en hellingsinstelling
kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende
onderdelen.
Tijdens de oefening,
wordt uw profiel weerge-
geven zodat u uw vor-
deringen kunt volgen.
Het knipperend segment
van het profiel stelt het
huidige segment van
de oefening voor. De
hoogte van het knipperende segment geeft de snel-
heidsinstelling voor het huidige segment weer. Aan
4. Volg uw voortgang op de displays.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Huidig Segment
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
19
het einde van elk segment, is een serie geluiden te
horen en begint het volgende segment van het pro-
fiel te knipperen. Als een andere snelheids- of hel-
linginstelling is geprogrammeerd voor het volgende
segment, dan zal de snelheids- of hellinginstelling
in het display knipperen om u te waarschuwen. De
loopband past dan automatisch de snelheidsinstel-
ling en/of hellingsinstellingen aan die is geprogram-
meerd voor het volgende onderdeel.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal dan
langzaam tot stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor
het huidige onderdeel te hoog of te laag staat,
dan kunt u de instelling handmatig overschrijven
door te drukken op de toetsen Speed of Incline
(helling); als echter het huidige segment van
de oefening eindigt, dan zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de Snelheid- en
Hellinginstellingen voor het volgende onder-
deel.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig mo-
ment te stoppen. Om de oefening weer te starten,
drukt u op de toets Start of op de toets Speed. De
loopband zal met een snelheid van 2 Km/H (km/u)
beginnen te draaien. Echter, als het volgende on-
derdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid- en
hellinginstellingen voor dat onderdeel.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op bladzijde 18.