Datarail 214 mm met connector (ca. 12 mod. pitch.)
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Montage
1. Trek de beschermstrip van de kleefstrook op de
achterzijde van de datarail af.
2. Kleef de datarail vast in de DIN-rail. N.B.: de con-
nector moet rechts liggen!
3. Sluit de KNX/EIB-busleiding aan op de connector.
4. Steek het afdekkapje op de connector, zodat de
uiteinden van de busleiding tegen contact met an-
dere spanningen beschermd zijn.
5. Trek voorafgaand aan montage van de seriein-
bouwtoestellen de beschermfolie van de datarail
af.
6. Dek de vrij DIN-railsecties met een een afscherm-
strip (bestel-nr. 0590 00) af.
Aanwijzing: De datarail mag niet worden ingekort.
Aansluiting op een extra lijn (afbeelding C)
De uitwendige verbindingsklemmen (geel en wit) van
de datarail dienen voor voeding van KNX/EIB-lijnen
via een separate KNX/EIB-smoorspoel.
Afbeelding C toont een aansluitingsvoorbeeld.
Aanwijzing:
Sluit geen KNX/EIB-toestellen aan op de verbinding
tussen voeding en tweede smoorspoel. Deze toestel-
len kunnen geen radiogrammen uitwisselen.
Technische gegevens
Omgevingstemperatuur: -5 °C tot +45 °C
Opslagtemperatuur:
Aansluiting Instabus
KNX/EIB
Datarail:
Aansluiten
aftakklem:
Afmetingen:
inbouwbreedte
(incl. connector):
Connectorbehuizing
(lxbxh):
Datarail (lxb):
Gewicht:
Busspanning:
Datarail 214 mm met connector (ca. 12 mod. pitch.) 5/07
-25 °C tot +70 °C
met DRA-drukcontact
conf. KNX/EIB-norm
busleiding Ø 0,8 mm,
enkeldraads
214 mm (12 mod. pitch.)
16,5 x 38,5 x 37,5 mm
214 x 24 mm
ca. 35 g
SELV 21 tot 32 V DCC
C
Blz: 2 van 3