Vermijd abrupt overschakelen en snel starten.
Voer altijd een inspectie voor de start op de werklocatie en omgeving uit. Verwijder alle obstructies en houd een veilige
afstand om te werken. Wees u bewust van de omgeving en de grenzen als u de machine bedient.
Verplaats u niet als u werkt met de boomlijn.
Houd op met werken met de machine als het alarm geactiveerd wordt (de hellingshoek is groter dan 3˚). Verplaats de
machine naar grond met een stabiel niveau.
Zorg ervoor dat de machine in een gestouwde positie staat, wanneer men hem verplaatst.
Laat niet draaien of omkeren op een steile helling. Dit kan tot gevolg hebben dat het apparaat wegglijdt of een verzakking
plaatsvindt.
Rijd niet met de machine en gebruik hem niet op/vlakbij oneven terrein en onstabiele oppervlakten.
Laat geen arbeiders op het platform toe, als de beschermrail verwijderd is.
Gebruik de toeloopsteigersopening van de beschermrail als u wilt werken op het platform en om terug te keren op het
grondniveau.
Ga niet staan en werk niet op de beschermrail, de boom of de boombeugel.
Spring niet of verplaats u niet over de beschermrails naar externe structuren.
Gebruik geen ladder of steigers om werk op het platform uit te voeren.
Houd de platformvloer vrij van vuil en vreemde deeltjes.
Wees u ervan bewust dat het zicht beperkt is en dat er blinde plekken zijn wanneer u de machine bedient.
Let op stroomlijnen en andere object rond wanneer de boom/het platform wordt bediend.
Probeer het volgende in geen geval:
1)
Het platform laden voorbij de toegestane belasting. De maximale capaciteit is 227 kilogram.
2)
De boom/het platform gebruiken als kraan om een object te duwen of op te trekken.
3)
Een haak of draad aan de boom/het platform te bevestigen en een object op te tillen.
4)
Gereedschappen en materialen zwaar of ongelijk in de omgeving van de platformvloer te laden.
Indien het platform niet goed vlak gezet kan worden, stop dan met werken ermee en keer terug naar de grond en controleer
de eenheid om vlak te zetten.
Start de motor niet door kortsluiting te veroorzaken.
Inspecteer de machine onmiddellijk als er een botsing optreedt of men hoort een ongewoon geluid.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat alle waarschuwingslabels en markeringen leesbaar zijn en houd ze altijd schoon.
WAARSCHUWING <Bezig met leveren van brandstof>
Mors geen vloeistof op de machine of laat deze niet van de tank overvloeien. In geval van morsen of overvloeien verwijdert u de
deksel onmiddellijk en veegt de brandstof volledig af met een doekje.
12
na120a