slangen beschadigd zijn.
Controleklep dubbele geleider
Houdt het platform op de draaipositie bij het werken op een
helling.
Voetschakelaar:
Als veiligheidsmaatregel moet men met het platform werken
met de voetschakelaar ingedrukt.
Opmerking) Motor start niet wanneer voetschakelaar
ingedrukt is.
Noodpompschakelaar:
bedient bomen en draai (behalve
bewegende/telescopische boom), wanneer de
machine niet meer goed werkt op grond van
uitval van de motor of door andere oorzaken van
niet meer goed werken.
Bedien zowel de regel- als de pompschakelaar.
Bij platformbediening drukt u de voetschakelaar
naar beneden en bedient tegelijkertijd de
pompschakelaar.
VOORZICHTIG
De maximale tijd dat de noodpomp werkt is 30 seconden.
Als deze meer dan 30 seconden continu werkt kan dit
oververhitting of verbranding tot gevolg hebben.
Regeling bewegingsdraai:
vertraagt de snelheid bij het draaien.
Stoppen motor:
stopt de oververhitte motor.
Stoppen motor op grond van olietekort:
stopt de motor wanneer de olie bijna op is.
Grens bewegingssnelheid:
Vertraagt de bewegingssnelheid wanneer de
hoogte van de vloer van het platform meer dan
3 meter is.
Alarmapparaten
Hellingsalarm:
Waarschuwt wanneer voertuig met 3˚ of meer
helt.
Alarm overbelasting:
Licht op wanneer platform overbelast is.
Werkalarm:
Waarschuwt tijdens een draaiing tijdens bewegen en tijdens
een draaiing van de draaitafel.
Beschrijving van apparaten
Hoofdschakelaar starter (grond):
Starterschakelaar (platform):
Draai de hoofdschakelaar op 'Start' om de
motor te starten (onder lage
omgevingstemperatuur stelt u de sleutel een
paar seconden in op 'Voorverhitten'.
Grond
Voor platformbediening draait u de sleutel
terug naar de positie 'Platform' en trek de
sleutel eruit nadat de motor is gestart.
Opmerking)
U moet op het platform de voetschakelaar
Platform
niet indrukken om de motor te starten. De
motor start niet als de noodstopknop
ingedrukt is.
Stopknop:
Sluit de voeding af en stopt de motor en alle
operaties. Trek de knop naar boven voordat u
de motor herstart. Deze schakelaar wordt
gebruikt om:
de motor te stoppen, onmiddellijke gevaren te
vermijden en te stoppen wanneer de machine
niet meer goed werkt.
Uurmeter:
Toont totaal aantal werkuren. Lezen en opnemen uurmeter
voor en na werken met de machine bepaalt de juiste tijd van
periodieke inspectie, onderhoud en de filters respectievelijk de
smeermiddelen te wisselen.
Stroom/stand-by:
Licht op wanneer de stroom aan staat of de
machine in stand-by staat.
Laden:
Licht op tijdens het opstarten van de motor.
Oplichten als de machine werkt duidt een
laadstoring aan.
Oververhitting/koelvloeistoftemperatuur:
Licht alleen op wanneer de koelvloeistof een
abnormale temperatuur heeft. De motor zal
automatisch stoppen, als de temperatuur te hoog
is.
10
na120a