Het wijzigen van instellingen
Bepaalde instellingen van het apparaat
kunt u alleen in de instellingsmodus wij-
zigen.
In de instellingsmodus wordt het deur-
alarm of een andere foutmelding auto-
matisch onderdrukt; in het display
brandt echter wel alarmsymbool .
Instellingen
Vergrendeling in-/uitschakelen
Geluidssignalen in-/uitschakelen
De lichtsterkte van het display
wijzigen
De temperatuur in de
PerfectFresh-zone wijzigen
De sabbatmodus in-/uitschake-
len
Hoe u de temperatuur in de
PerfectFresh-zone wijzigt, wordt be-
schreven in het hoofdstuk: "De juiste
temperatuur".
Alle bovenstaande mogelijkheden wor-
den hieronder beschreven.
26
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat per ongeluk:
– het apparaat wordt uitgeschakeld;
– een andere temperatuur wordt inge-
steld;
– de functie "Superkoelen" wordt inge-
schakeld
– en dat instellingen worden gewijzigd.
Het uitschakelen van de vergrende-
ling is natuurlijk wel mogelijk.
Hiermee kan worden voorkomen dat
bijv. kinderen iets aan de bediening van
het apparaat veranderen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Tip de toets voor de instellingen aan.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instelmodus. Symbool knip-
pert.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge-
stelde variant. Symbool brandt.