Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trotec BE50 Bedieningshandleiding pagina 8

Verberg thumbnails Zie ook voor BE50:
Inhoudsopgave

Advertenties

Ongedefinieerde weergaven
Bij open meetleidingen resp. bij het aanraken van de
meetingangen met de hand kunnen ongedefinieerde weergaven
ontstaan. Dit is geen storing, maar een reactie van de gevoelige
meetingang op aanwezige stoorspanningen.
Doorgaans verschijnt er, als er geen hoog stoorsignaalniveau op
de werkplek aanwezig is of als de meetingang wordt
kortgesloten, meteen een nul-weergave resp. een exacte
meetwaardeweergave bij het aansluiten van het meetobject.
Schommelingen in de weergave van enkele digits zijn
onvermijdbaar door het systeem en liggen binnen de tolerantie.
Is het weerstandsmeetbereik, het doorgangstestbereik of de
diodentest gekozen, dan verschijnt bij open meetingang de
weeergave van de meetbereikoverschrijding (OL).
Gelijkspanning meten
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok bij
ondeskundig gebruik van het meetapparaat!
Volg vóór elke spanningsmeting de volgende aanwijzingen op:
• Leg tussen de aansluitingen resp. tussen de aansluitingen
en aarde nooit een spanning aan die hoger is dan de
opgegeven netspanning van het meetapparaat (zie opdruk
op de behuizing).
• Controleer de meetsstiften op beschadigde isolatie en
doorgang. Vervang beschadigde meetstiften.
• Controleer de isolatie van de aansluitbussen van het
meetapparaat.
• Contoleer voor het gebruik de werking van het
meetapparaat, door een meting bij een bekende spanning
uit te voeren.
• Sluit als eerste de aan massa liggende meetstift aan en
pas daarna de stroomvoerende meetstift. Ga bij het
verwijderen van de meetstiften in omgekeerde volgorde te
werk, d.w.z. dat u eerst de stroomvoerende meetstift
verwijdert.
• Controleer voor elke spanningsmeting of het meetapparaat
zich niet in het stroommeetbereik bevindt.
• Toont het apparaat direct na het aansluiten op het
meetobject een meetbereikoverschrijding (OL), schakel
dan eerst de stroomkring op het meetobject uit en
verwijder daarna meteen de meetstiften van het
meetobject.
• Schakel tijdens de meting binnen de meetkring geen
motoren in of uit. Door in- en uitschakelprocedures
ontstane spanningspieken kunnen het meetapparaat
beschadigen.
1. Schakel de draaischakelaar naar het spanningsmeetbereik
en kies met de toets MODE de gewenste meetmodus (voor
gelijkspanning: indicatie DC).
8
2. Steek de stekker van de zwarte meetstift in de
meetbus COM en de stekker van de rode meetstift in de
meetbus V/Ω.
3. Verbind beide meetstiften met de juiste polen met het
meetobject (zwart aan min, rood aan plus).
ð Bij een negatieve ingangsspanning verschijnt op het
display een min (-) voor de meetwaarde.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
4. Verschijnt er bij handmatige bereikkeuze een OL-indicatie
(meetbereikoverschrijding), schakel dan meteen naar het
eerstvolgende hogere bereik (toets RANGE). Als de
OL-indicatie verschijnt terwijl het hoogste bereik is
ingesteld resp. automatische meetbereikkeuze is
geselecteerd, schakel dan meteen de spanning op het
meetobject uit en scheid het meetapparaat van het
meetobject.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
Wisselspanning meten
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok bij
ondeskundig gebruik van het meetapparaat!
Volg vóór elke spanningsmeting de volgende aanwijzingen op:
• Leg tussen de aansluitingen resp. tussen de aansluitingen
en aarde nooit een spanning aan die hoger is dan de
opgegeven netspanning van het meetapparaat (zie opdruk
op de behuizing).
• Controleer de meetsstiften op beschadigde isolatie en
doorgang. Vervang beschadigde meetstiften.
• Controleer de isolatie van de aansluitbussen van het
meetapparaat.
• Contoleer voor het gebruik de werking van het
meetapparaat, door een meting bij een bekende spanning
uit te voeren.
• Sluit als eerste de aan massa liggende meetstift aan en
pas daarna de stroomvoerende meetstift. Ga bij het
verwijderen van de meetstiften in omgekeerde volgorde te
werk, d.w.z. dat u eerst de stroomvoerende meetstift
verwijdert.
• Controleer voor elke spanningsmeting of het meetapparaat
zich niet in het stroommeetbereik bevindt.
• Toont het apparaat direct na het aansluiten op het
meetobject een meetbereikoverschrijding (OL), schakel
dan eerst de stroomkring op het meetobject uit en
verwijder daarna meteen de meetstiften van het
meetobject.
• Schakel tijdens de meting binnen de meetkring geen
motoren in of uit. Door in- en uitschakelprocedures
ontstane spanningspieken kunnen het meetapparaat
beschadigen.
digitale multimeter BE50
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave