Gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen
10.2
Temperatuurklasse
De temperatuur van de hogedrukpomp hangt voornamelijk af van de tempera-
tuur van de bedrijfsvloeistof.
De relatie tussen de temperatuur van de bedrijfsvloeistof en de temperatuurklas-
se van de hogedrukpomp wordt weergegeven in de volgende tabel:
Max. bedrijfsvloeistoftemperatuur
60°C
120°C
Ongecontroleerd drooglopen
a. Pomp loopt langer dan 4 minuten droog.
Tab. 10-1 Temperatuurklassen
De hogedrukpomp mag niet worden geïsoleerd. Als hij geïsoleerd is, moet de fa-
brikant van het systeem de temperatuurklasse dienovereenkomstig bepalen.
10.3
Gebruik en onderhoud
Statische elektriciteit op het product kan een explosie veroorzaken. Dit kan ern-
stig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Gebruik geen zeer effectieve mechanismen om lading op het product of in de pro-
ductomgeving te genereren.
Alle werkzaamheden aan de pomp, of het nu gaat om onderhoud, reiniging of
enige andere activiteit, moeten worden uitgevoerd in afwezigheid van een explo-
sieve atmosfeer.
Om voldoende veiligheid te garanderen tijdens normaal bedrijf en in het geval
van voorzienbare fouten, moet de werking van de hogedrukpomp en het naleven
van de grenswaarden die in deze instructies zijn gespecificeerd dienovereenkom-
stig worden gecontroleerd.
Hiervoor moeten de instandhoudingswerkzaamheden worden uitgevoerd met
tussenpozen die geschikt zijn voor de toepassing.
Voor een veilige werking mogen de apparaten na het overschrijden van de lek-
grenswaarden niet meer worden gebruikt.
Wanneer de pomp wordt gestart, kan deze tijdelijk drooglopen.
Het beschermingsniveau van het apparaat verandert niet onder de hieronder ge-
specificeerde limieten.
–
Slagfrequentie van de pomp op 0,5 Hz tot 1 Hz begrenzen
–
Zuighoogte in acht nemen
–
Duur van de droogloopfase tot 4 minuten beperken
49
Temperatuurklasse
T4
T3
a
T2
0000000194 - 004 - NL