VAREN MET UW EVINRUDE-BUITENBOORDMOTOR
wordt
deze
functie
uitgeschakeld.
Gebruik de Evinrude ICON-Touch , ICON
CS digitale display of andere door Evin-
rude goedgekeurde apparaten voor het
inschakelen van iTrim™. Als uw vaartuig
niet met een ICON™ digitale display is
uitgerust, moet deze functie door de dea-
ler worden ingeschakeld met de Evin-
rude Diagnostic -software.
Voor het activeren van de iTrim™ moet
de contactschakelaar op ON staan. Ge-
bruik de trim/tiltschakelaar voor het trim-
men van de motor naar de stand volledig
OMLAAG.
Tijdens gebruik wordt de buitenboordmo-
tor automatisch naar boven of beneden
getrimd tot een acceptabele trimhoek, op
basis
van
parameters.
B B E E L L A A N N G G R R I I J J K K
bruiken van de trim/tiltschakelaar voor
het bijstellen van de trimhoek van de bui-
tenboordmotor schakelt iTrim™ tijdelijk
uit.
Gebruik voor het opnieuw activeren van
de iTrim™ de trim/tiltschakelaar voor het
trimmen van de motor naar de stand vol-
ledig omlaag om de motor op stationair
toerental te brengen.
T T r r i i m m m m e e n n
In de meeste bedrijfsomstandigheden
verdient het aanbeveling om de buiten-
boordmotor te trimmen tot de laagste po-
sitie bij het accelereren. Zodra de boot in
plané komt, trimt u de buitenboordmotor
omhoog voor een optimale prestatie.
Laat de boot in het water varen om de
beste trimhoek te bepalen.
Door over-trimmen stijgt het motortoe-
rental, terwijl de snelheid daalt. De beste
trimstand is die waarin de hoogste snel-
heid wordt bereikt met het laagste
motortoerental.
48
in
de
fabriek
voorgeprogrammeerde
:
Het handmatig ge-
B B E E L L A A N N G G R R I I J J K K : : De verdeling van het ge-
wicht kan een effect hebben op de pres-
tatie van de boot. Verdeel het gewicht
gelijkmatig over de boot.
A A f f s s t t e e l l l l i i n n g g t t r r i i m m h h o o e e k k
Stel met de trim/tiltschakelaar de stand
van de buitenboordmotor af binnen het
tilt- of trimbereik.
1. Kantelbereik
2. Trimbereik
O O n n d d i i e e p p w w a a t t e e r r
M M E E R R K K O O P P
L L a a a a t t d d e e g g e e k k a a n n t t e e l l d d e e b b u u i i t t e e n n b b o o o o r r d d m m o o - -
t t o o r r n n i i e e t t b b o o v v e e n n e e e e n n s s n n e e l l s s t t a a t t i i o o n n a a i i r r
t t o o e e r r e e n n t t a a l l d d r r a a a a i i e e n n . . H H o o u u d d d d e e w w a a t t e e r r i i n n - -
l l a a t t e e n n s s t t e e e e d d s s o o n n d d e e r r w w a a t t e e r r z z o o d d a a t t d d e e
m m o o t t o o r r n n i i e e t t o o v v e e r r v v e e r r h h i i t t r r a a a a k k t t . .
T T i i p p
Gasgeven voorbij stationair draaien met
gekantelde motor zorgt ervoor dat de
motor automatisch naar beneden in het
water trimt om de motor te beschermen.
Stel de stand van de buitenboordmotor
af binnen het tiltbereik voor varen in on-
diep water.