Algemene veiligheidsinstructies
Voor de inbedrijfstelling of het onderhoud van het apparaat
-
Lees de volledige gebruiksaanwijzing.
-
Controleer of de stroomtoevoer overeenkomt met de specificaties op het typeplaatje.
-
Controleer of het apparaat stabiel staat en stevig op de grond verankerd is.
Tijdens het gebruik van het apparaat
-
Bescherm de stroomtoevoerkabels van het apparaat zorgvuldig.
-
Bescherm het apparaat tegen vocht, wanneer u eromheen schoonmaakt.
-
Verwijder stenen en vuil van de band, voordat u een wiel balanceert.
-
Raak de draaiende band niet aan.
-
Voordat u de resterende onbalans controleert, moet u ervoor zorgen dat de balanceergewichten goed bevestigd zijn.
Tijdens het onderhoud van het apparaat
-
Schakel de stroomtoevoer uit, voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
-
Onderhoud aan de elektronische en mechanische onderdelen mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde
-
personen.
Door de computer gedetecteerde fouten of storingen
Neem in acht dat de fouten mogelijk alleen voor specifieke modellen van toepassing zijn
ERR 1
De as draait niet
ERR 2
Draairichting onjuist
ERR 3
Draaisnelheid niet stabiel
ERR 4
Draaisnelheid onjuist (te laag of te hoog)
ERR 5
Encoder functioneert slecht
ERR 6
Beschermkap open
ERR 7
Meetproces onderbroken
ERR 8
Kalibratiegewicht niet ingevoerd
ERR 9
Activeringscode onjuist
ERR 10 Volledige schaaluitslag
ERR 11 Serienummer onjuist
ERR 12 Serienummer niet ingevoerd
ERR 13 Gereserveerd
ERR 14 Wachtwoord onjuist
ERR 15 Fout in geheugen E2prom
ERR 16 Ontbrekende kalibratie
ERR 17 Stang in onjuiste positie
ERR 18 Te veel gewicht
ERR 19 Gereserveerd
ERR 20 Rem te sterk
ERR 21 Onjuiste gegevensinvoer
ERR 22 Wiel wordt niet geremd
ERR 23 Gereserveerd
ERR 24 Onvoldoende luchtdruk (PL-versie)
ERR 25 Gereserveerd
ERR 26 Piëzo onjuist
ERR 27 Wiel niet juist bevestigd
ERR 28 Laser onjuist
ERR 29 Gereserveerd
ERR 31 Onjuiste activeringscode
4