Reiniging
Pandetectie-functie
Het apparaat heeft een pandetectie-functie. Wanneer de pan tijdens het gebruik
van de kookzone wordt verwijderd, knippert het controlelampje rood en geeft aan
dat er geen pan op de kookzone staat.
Oververhittingsbeveiliging
Het apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen oververhitting. In het geval
van het overschrijden van de kritieke temperatuurgrens, schakelt het apparaat voor
de veiligheid automatisch uit.
Het controlelampje knippert afwisselend rood en groen.
OPGELET!
Door een lege pot of pan te verwarmen wordt de
oververhittingsbeveiliging geactiveerd, het controlelampje knippert
afwisselend rood / groen en het apparaat gaat uit.
Plaats nooit lege pannen op de kookplaat.
Als de oververhittingsbeveiliging geactiveerd is, verwijder dan de pan van de
kookzone en koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet. Laat het apparaat
een paar minuten afkoelen.
Nadat het is afgekoeld, kan het apparaat worden gebruikt zoals beschreven.
6
Reiniging
6.1
Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
•
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
•
Het apparaat geheel laten afkoelen.
•
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder
druk om het apparaat te reinigen.
•
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
•
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
105978
NL
17 / 20