Hoofdstuk 5. Probleemoplossing
Overige problemen
De computer reageert niet.
De computer wordt niet vanaf
het gewenste apparaat
opgestart.
Het aangesloten externe
apparaat werkt niet.
40
•
Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/uit-knop
gedurende minimaal 4 seconden ingedrukt. Als de computer
nog steeds niet reageert, ontkoppelt u de netvoedingsadapter
en verwijdert u de accu.
De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt
•
geactiveerd tijdens een communicatiebewerking. Schakel de
timer voor de slaapstand uit wanneer u gebruik maakt van
het netwerk.
Raadpleeg het menu Boot (Opstarten) van de BIOS-
•
instellingen. Controleer of de EFI/Boot priority order
(Opstartvolgorde) in de BIOS-instellingen zo is ingesteld
dat de computer opstart vanaf het gewenste apparaat.
Druk op de Novo knop als de computer uit staat en kies dan
•
Boot Device Menu (apparaatmenu opstarten). Kies
vervolgens het apparaat van waar u de computer wilt laten
opstarten.
Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels van
•
externe apparatuur aansluiten of ontkoppelen terwijl de
computer is ingeschakeld, omdat de computer anders
beschadigd kan raken.
Wanneer u externe apparaten met een hoog energieverbruik
•
aansluit, zoals een extern optisch schijfstation via USB, moet
u de netvoedingsadapter bij het betreffende externe
apparaat gebruiken. Anders wordt het apparaat mogelijk
niet herkend of wordt het systeem afgesloten.