Installatie- en gebruikershandleiding
4.3
Aquisitiesysteem activeren
Bij toepassing als datalogger is het noodzakelijk om de volgende actie met het centrale acquisitiesysteem uit
te voeren:
Het modem wordt geactiveerd op het moment dat deze van voeding wordt voorzien (230 VAC / 24 VDC).
Activeren van het modem kan ook door middel van het bedienen van SW1 gedurende 4 seconden totdat de
NETWORK statusled aangaat (zie figuur 3). De UNICOM 300 wordt nu aangemeld. Het aanmelden kan
enkele minuten duren. Indien UNICOM 300 succesvol is aangemeld op het netwerk, zal de netwerk
statusled (tabel 4) gaan knipperen. Wanneer TCP actief is, zal het WDS-statusled actief zijn.
Laat het centrale acquisitiesysteem contact maken met UNICOM 300 en de klok synchroniseren. Hiermee
wordt zeker gesteld dat de interne klok gelijkloopt met het centrale acquisitiesysteem. Wigersma & Sikkema
levert UNICOM 300 standaard af met gedeactiveerde datalogger en modem functies. Kloksynchronisatie zal
de datalogger functies activeren (de scheduler, intervallogger, de historische logger en, indien geactiveerd,
FTP). Als UNICOM 300 geconfigureerd is voor encodertelwerk uitlezing, zal tevens een encodertelwerk
initialisatie plaatsvinden waarbij de gegevens van de gasmeter worden uitgelezen.
4.4
Device init functie
De device init functie wordt gebruikt voor het synchroniseren van de klok met een NTP-server, versturen van
een eerste FTP-bericht en het deactiveren van de stock lock functie na installatie van de UNICOM 300.
Om de device init functie te activeren moet schakelaar SW1 ingedrukt houden totdat statusled INIT 1x per 4
seconden knippert. Dan SW1 loslaten.
De device init functie kan alleen geactiveerd worden als NTP, FTP en de APN geprogrammeerd zijn.
Indien deze niet zijn geprogrammeerd, kan de functie niet worden geactiveerd en zal de statusled INIT 1x
per seconde gaan knipperen bij het indrukken van schakelaar SW1.
Vervolgens start de initialisatie en worden de actuele datum, tijd en modem informatie opgevraagd.
Tevens wordt de stock lock van UNICOM 300 gedeactiveerd. De meter (UNIGAS 300 of UNICOM 300) zal
vervolgens de verdere device init afhandelen. Indien de UNICOM 300 is ingesteld als Encoder, zal ook de
encoder initialisatie uitgevoerd worden. Wanneer de initialisatie is afgerond, zal het statusled INIT 1x per 2
seconden knipperen.
Vervolgens zal een FTP-bericht verstuurd worden, en na het versturen van de eerste FTP-bericht zal het
statusled INIT continue aan zijn voor 10 seconden om aan te geven dat de device init correct is afgerond.
In het geval dat er geen device init moet worden uitgevoerd, moet de gebruiker bij het indrukken van
schakelaar SW1 deze binnen 4 seconden loslaten.
4.5
Aanpassen van het gebruik: datalogger <-> transparant modem
Aanpassing van gebruik als datalogger naar gebruik als transparant modem:
Controleer met UNITOOL of waarde C.93.15 op "uit" staat of zet de waarde C.93.15 op "uit".
•
Activeer hiervoor de stock lock functie, zie tabel 3.
•
Aanpassing van gebruik als transparant modem naar datalogger:
Controleer met UNITOOL of waarde C.93.15 op "aan" staat of zet de waarde C.93.15 op "aan".
•
Dit wordt automatisch uitgevoerd bij een kloksynchronisatie door het centrale acquisitiesysteem of
•
wanneer een device init wordt uitgevoerd (zie hoofdstuk 5.4).
4.6
Uit gebruik nemen
Mocht het wenselijk zijn om UNICOM 300 spanningsloos te maken (uit gebruik nemen), dan moet
zeker gesteld worden dat het modem niet actief is!
Dit is te controleren door SW1 te bedienen voor 1 seconde (zie tabel 3, vanaf firmwareversie 11.0.21)
of de communicatiepoort SW2 te activeren waardoor de statusleds de toestand weergeven.
LED "Network" moet uit zijn, zie ook tabel 4.
DDN5005GHNL/10-2022/rev.B3
UNICOM 300 N531
17