VERHELPEN VAN STORINGEN
Foutnr.:
Mogelijk probleem:
Hoe te handelen/wat te controleren:
1
Controleer visueel de verwarmingselementen
2
Controleer via meting de werking van de regeling van de externe naverwarmer en de werking en juistheid van het signaal 0-10
V van het bedieningsdisplay (module B – aansluitklemmen 36-37)
3
Controleer eerst de werking van de beveiligingsthermostaat met automatische reset en daarna de werking van de noodthermo-
staat in de externe naverwarmer
4
Controleer via meting de temperatuursensoren EXT4: de sensor is defect of verkeerd geplaatst. (Kan uitgelezen worden in
servicemenu 1616 / 18-HW test)
5
Als alle bovenstaande apparaten werken, controleert u de toevoerkanalen op verstoppingen (bijv. ijsvorming op de toevoerafsl-
uitklep)
Foutnr.:
Mogelijk probleem:
Hoe te handelen/wat te controleren:
1
Controleer visueel de verwarmingselementen
2
Controleer via meting de werking van de regeling van de externe naverwarmer en de werking en
juistheid van het signaal 0-10 V van het bedieningsdisplay (module B – aansluitklemmen 36-37)
3
Controleer eerst de werking van de beveiligingsthermostaat met automatische reset en daarna de werking van de
noodthermostaat in de externe naverwarmer
4
Als alle bovenstaande apparaten werken, controleert u de toevoerkanalen op verstoppingen (bijv. ijsvorming op de toevoerafsl-
uitklep)
Foutnr.:
Mogelijk probleem:
1
Hoe te handelen/wat te controleren:
2
Controleer de verbinding van de sensor met het bedieningsdisplay – module A, aansluitklemmen 43-44
3
Controleer het uitgangssignaal 0-10 V van de sensor
4
Controleer de instelling van het toestel: de juiste selectie van de luchtkwaliteitssensor in servicemenu 1616 / 08-AQS sensor en
de juiste instelling van de limieten van de luchtkwaliteitssensor
5
Controleer de instelling van de tijdschemamodi: de automatische modus mag niet geselecteerd zijn als de luchtkwaliteitssensor
niet fysiek aangesloten is. Wis in dit geval het betreffende tijdschema en stel het opnieuw in
Foutnr.:
Mogelijk probleem:
Hoe te handelen/wat te controleren:
1
Controleer visueel of de riem niet gebroken is
2
Controleer of het wiel met de hand rondgedraaid kan worden en niet vastzit
3
Controleer de aansluiting van de ingang voor het warmtewiel (module A – foutingang 34)
4
Controleer de werking van de regelsensor voor de rotatie: de sensor moet reageren (een korte knippering) op het magneetcon-
tact wanneer het wiel één volledige draai maakt
23
23
ver.1 09-03-23
10
Beschrijving:
Oververhitte elektrische naverwarmer, niet-werkende thermostaat
of onvoldoende luchtstroming
11
Beschrijving:
Oververhitte elektrische voorverwarmer, niet-werkende thermostaat
of onvoldoende luchtstroming
12
Beschrijving:
Defecte luchtkwaliteitssensor
13
Beschrijving:
Storing in de roterende warmtewisselaar
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
Storing in warmtewisselaar 2
Storing in voorverwarmer 2
Storing in CO2-sensor
Fout in roterende warmtewisselaar