6. INSTALLATIE
Aansluiten van elektrische accessoires
Elektrische accessoires moeten worden aangesloten op de aansluitingen in de bedieningseenheid overeenkomstig het
bedradingsschema en de markeringen op de aansluitingen.
1
1
A (55-56)
RUIMTETEMPERATUURSENSOR (ingang)
2
A (43-44)
LUCHTKWALITEITSSENSOR - REGELSIGNAAL 0-10V (ingang)
3
(LFS)
INLAATLUCHTAFSLUITER (uitgang L-open, max. 230V/2A)
4
(LFE)
AFVOERLUCHTAFSLUITER (uitgang L-open, max. 230V/2A)
5
A (7-8)
RUN-CONTACT (relaiscontact, uitgang -NO/NC instelbaar, max. 230V/2A )
6
A (9-10)
FOUT-CONTACT (relaiscontact, uitgang NO, max. 230V/2A)
7
A (11-12)
WATERPOMP VOORVERWARMER (11 - Lint, 12 - Lout, max. 230V/2A)
8
A (13-14)
BOOST-PROGRAMMA (non-potentiaal contact, ingang NO)
9
A (15-16)
ALARM - BRAND (non-potentiaal contact, ingang NC)
10
A (17-18)
EXTERNE REGELING - AAN/UIT (non-potentiaal contact, ingang NC)
11
VOEDING 24DCV
12
BEDIENINGSPANEEL
13
RJ45-stekker - ethernet, Modbus TCP, BACnet
14
Modbus RTU (A-25, B-26, 28 of 66-GND)
14
14
ver.1 09-03-23
2
5
6
7
8
9 10
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
LFS
LFE
24V
GND
+
-
3
4
11
12
13
14