Lokale communicatiepoorten voor VoIP definiëren
De instellingen voor de communicatiepoort vindt u op de webpagina:
Instellingen
Telefonie
De volgende communicatiepoorten worden gebruikt voor internettelefonie.
•
SIP-poort: communicatiepoort waarmee de telefoon (SIP-) signaleringsgegevens ontvangt.
Bij levering is het standaard poortnummer 5060 ingesteld voor de SIP-signalering.
•
RTP-poort: per VoIP-verbinding worden twee opeenvolgende RTP-poorten (elkaar opvol-
gende poortnummers) gebruikt. Via de ene poort worden spraakgegevens en via de andere
besturingsgegevens ontvangen. Bij levering is voor de overdracht van spraak standaard het
poortnummerbereik 5004 - 5020 ingesteld.
Deze instellingen hoeven alleen te worden gewijzigd als de poortnummers al door andere
gebruikers in het LAN worden gebruikt. U kunt dan andere vaste poortnummers of poortnum-
merbereiken voor SIP- en RTP-poort definiëren.
Als op dezelfde routers met NAT meerdere VoIP-telefoons moeten worden gebruikt, is het zinvol
de poorten willekeurig te laten selecteren. De telefoons moeten dan verschillende poorten
gebruiken, zodat de NAT van de router inkomende gesprekken en spraakgegevens slechts naar
één telefoon (de geadresseerde) kan doorsturen. Definieer in de webconfigurator een poort-
nummerbereik voor SIP- en RTP-poort waaruit de poorten moeten worden geselecteerd.
Messaging
Email-notificaties
Adres van de Inbox-server en persoonlijke toegangsgegevens voor de Inbox opslaan in het
basisstation. Tijdsinterval voor periodieke controle op nieuwe e-mailberichten op de Inbox-
server. Definiëren of de authenticatie bij de Inbox-server via een beveiligde verbinding moet
verlopen.
Instellingen
Messaging
MWI-LED
De LED van de berichtentoets van de handsets die bij het basisstation zijn aangemeld, geeft aan
dat er nieuwe berichten zijn aangekomen, bijvoorbeeld een nieuw e-mailbericht. U kunt voor
elke handset instellen, welk type nieuwe berichten moet worden aangegeven.
Instellingen
Messaging
Uitgebreide VoIP-instellingen
E-mail
MWI-LED
Webconfigurator
111