Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen "Regeling Ketelsturing" (Vervolg) - Nefit MBC 5 Installatie-Instructie

Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen
6.3

Instellingen "Regeling Ketelsturing" (vervolg)

Aanvoertemp
voetpunt
20°C
Buitentemp klimaat-
punt
-10°C
Aanvoertemp klimaat-
punt
80°C
Kromming stooklijn
1,33
Aanvoertemp
minimum
1°C
Aanvoertemp
maximum
90°C
Spanning extern
minimum
0.0V
Extern = 0.0V
aanvoertemp
0°C
Spanning extern
maximum
10.0V
Extern = 10V
aanvoertemp
80°C
MBC 5 • 6 720 618 517 (2013/07)
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Bij radiatoren verwarming is deze waarde meestal gelijk aan de buitentemperatuur voetpunt.
Bij convectoren is een hogere waarde aan te bevelen (zie
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Stel hier de conditietemperatuur (klimaatzone) in waarop de installatie is ontworpen (zie
in afb. 11).
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Stel deze waarde in op de selectiewaarde van de radiatoren e.d. (zie
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Zie
in afb. 11.
Richtwaarde krommingsfactor:
– radiatoren: 1,25-1,35
– convectoren: 1,40
– vloerverwarming: 1,1.
Stel hier de minimale gewenste aanvoertemperatuur in.
Alleen actief tijdens warmtewens (zie "a" in afb. 11).
Stel hier de maximale gewenste aanvoertemperatuur in (zie "b" in afb. 11).
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de minimumwaarde van het 0-10 V ingangssignaal in.
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de gewenste aanvoertemperatuur in die overeenkomt met de minimumwaarde van het
0-10 V ingangssignaal.
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de Maximumwaarde van het 0-10 V ingangssignaal in.
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de gewenste aanvoertemperatuur in die overeenkomt met de maximumwaarde van het
0-10 V ingangssignaal.
6
in afb. 11).
in afb. 11).
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave