Rev #12
8.3.1 Gebruik van het NanoConfig Programma
Voer het NanoConfig-programma uit en ga naar het scherm voor vluchtdeclaratie. Het
scherm voor vluchtverklaring is onderverdeeld in twee groepen. In de bovenste groep vindt u
informatie die betrekking heeft op de piloot en het zweefvliegtuig, en in de onderste groep
vindt u de taskdeclaratie.
8.3.1.1
Piloteninformatie
Voer piloot- en zweefvliegtuiginformatie in in het gedeelte voor piloten. In de
rechterbovenhoek vindt u twee pictogrammen. Het eerste pictogram zal een lijst tonen van
opgeslagen pilootinformatie en het tweede zal de huidige pilootinformatie aan de lijst
toevoegen.
8.3.1.2
Taskdeclaratie
Voordat u een task maakt, moet u de waypoints laden van waaruit de task zal worden
gemaakt. Druk op de knop "Waypoints laden" om waypoints te laden. Waypoints kunnen
worden geladen vanuit een CUP-geformatteerd bestand. Nadat de waypoints zijn geladen,
kunt u een task maken door de namen van de waypoints in te voeren. Gebruik de
pictogrammen in de linkerbovenhoek van de groep voor taskdeclaratie om een punt toe te
voegen of te verwijderen, of om de hele task te wissen. Taskpunten kunnen ook worden
verwijderd door op de DEL-toets te drukken of kunnen worden ingevoegd door op de INS-
toets te drukken. De task kan ook worden geladen vanuit een .CUP-bestand.
Versie 3.29
Pagina 74 of 85
April 2023