B
EDIENING
N
F
UMMER
UNCTIE
2
Opnieuw starten wekenteller
filtervervuiling: wordt gebruikt als de
filtervervuiling door de wekenteller (zie
functie 3) wordt bijgehouden.
3
Filtervervuiling: het aantal weken waarna
het filter als vuil wordt beschouwd.
4
Keuze voor detectie van de
filtervervuiling.
6
Minimale uitblaastemperatuur voor
verwarming.
7
Minimale uitblaastemperatuur voor
koeling.
8
Minimale ruimtetemperatuur in de
nachtstand.
9
Correctie voor de weergave en de
regeling van de ruimtetemperatuur, te
gebruiken als de gemeten waarde afwijkt
van de werkelijke temperatuur,
bijvoorbeeld door ongunstige plaatsing
van de bedieningspaneel.
10
Toon codes opgetreden storingen.
11
Stel alle functies in op standaardwaarden.
14
Tabel 2-1 Instellingen op beheerdersniveau
K
EUZEMOGELIJKHEDEN
Druk tegelijk op
nul te zetten.
In te stellen tussen 1 en 52 weken. De
standaardwaarde is 26 weken.
• 0 = vervuiling wordt niet bijgehouden.
• 1 = vervuiling wordt via timer bijgehouden
(standaardwaarde).
In te stellen tussen 12 en 30 °C. Standaardwaarde is
20 °C.
In te stellen tussen 12 en 30 °C. Standaardwaarde is
12 °C.
In te stellen tussen 10 en 30 °C. Standaardwaarde is
15 °C.
In te stellen tussen +3 en -3 °C. Standaardwaarde is
0 °C.
Druk op
of
storingscodes te lopen. Druk tegelijk op
om de meldingen te wissen.
Als er 'dF' in het display staat, staan alle functies op
standaardwaarde. Als er
zijn er functies met afwijkende waarden.
Druk tegelijk op
standaardwaarde te zetten.
N.B. De wekenteller van de filtervervuiling wordt
hiermee niet op nul gezet.
VENTILATORCONVECTOR
en
om de wekenteller op
om door de lijst met
en
in het display staat,
en
om alle functies op