G
EBRUIKERSHANDLEIDING
versie: 1.0 (11-10-00)
2.2.4 Ventilatie instellen
Dit geldt alleen voor toestellen met een ventilatie-functie of
een ventilatie/recirculatie-functie.
Bij toestellen met een ventilatiefunctie kunt u de
ventilatiehoeveelheid instellen door op de
drukken. Iedere keer dat u op de toets drukt, staat de
ventilatie 1 stap verder, in deze volgorde:
1. ventilatiestand 1,
2. ventilatiestand 2,
3. ventilatiestand 3,
4. recirculatie (alleen bij toestellen met een ventilatie/
recirculatie-functie).
Als u nog een keer op de
weer naar stap 1.
Dit symbool geeft de ventilatiestand aan: hoe meer pijlen 'dik'
zijn weergegeven, hoe hoger de ventilatiestand. Hier is
ventilatiestand 3 aangegeven.
Dit symbool geeft aan dat het toestel recirculeert.
2.2.5 Aanduidingen in display
Het display bevat naast de bovengenoemde de volgende
aanwijzingen:
Met de 3 driehoekjes wordt aangegeven hoe vuil het filter is,
hoe meer driehoekjes aanstaan, hoe vuiler het filter. Als de
aanduiding
verschijnt, moet het filter worden
vervangen. Deze aanduiding werkt alleen als deze functie is
ingeschakeld op het beheerdersniveau (zie paragraaf 2.3).
Indien de filtervervuiling door de wekenteller wordt
bijgehouden moet u, na het vervangen van het filter, de teller
herstarten (zie
Tabel
2-1, functie 2).
Het
-symbool geeft aan dat het toestel in de
verwarmingsmodus staat.
Het
-symbool geeft aan dat het toestel in de koelmodus
staat.
Het
-symbool geeft aan dat de ingang voor externe
regelingen actief is. De functie hiervan hangt af van het soort
B
EDIENING
-toets te
-toets drukt gaat het toestel
11