Inhoudsopgave
Advertenties
BEM-
HANDLEIDING
Parameter
M
M
ENUPARAMETER
6
106
8. Night temperature -
8.
Nachttemperatuur
Parameter
M
M
ENUPARAMETER
8
-
8.5
-
Waarden voor parameter 8.5:
W
O
AARDE
PTIE
0
Uitgeschakeld
1
Bedieningspaneel
2
Uitgeschakeld
3
Draadloze sensor
9. Calibration -
9. Kalibratie
Handleiding versie 1.0 (20-01-2014)
ODBUS
EENHEDEN
0,1 °C
De nachttemperatuur wordt gebruikt als het toestel
uitgeschakeld is. Als de ruimtetemperatuur onder deze
ingestelde waarde zakt, gaat het toestel werken om de kamer
op de nachttemperatuur te houden.
w
O
ODBUS
MSCHRIJVING
Nachttempera-
tuur
Sensor nachttem-
peratuur
O
MSCHRIJVING
Nachttemperatuur uitgeschakeld.
De nachttemperatuur wordt gemeten op het bedieningspa-
neel.
Nachttemperatuur uitgeschakeld.
De nachttemperatuur wordt gemeten door de draadloze
binnentemperatuursensor.
Een ongunstige plaatsing van het bedieningspaneel of gebruik
van de temperatuursensor in het luchtgordijn kan de oorzaak
zijn dat de afgelezen temperatuur afwijkt van de werkelijke
temperatuur.
Gebruik deze functie om de temperatuuraflezing aan te
passen.
M
M
INIMUM
AXIMUM
-100
200
Waarschuwing:
Wees erop bedacht dat de luchtstroom van
het luchtgordijn voorwerpen in beweging kan
brengen. Dat kan 's nachts een alarminstalla-
tie in het gebouw activeren.
M
EENHEDEN
INIMUM
0,1 °C
100
-
0
M
ENUPARAMETERS
S
TANDAARD
10
S
-
TAN
M
AXIMUM
DAARD
300
150
3
0
nl-43
nl
Advertenties
Inhoudsopgave
