BEM-
HANDLEIDING
A
CTIE
Punt 1 – Buitentemperatuur <t1.o>
Punt 2 – Temperatuur aanlegvoeler <t2.s>
Punt 2 – Buitentemperatuur <t2.o>
Punt 3 – Temperatuur aanlegvoeler <t3.s>
Punt 3 – Buitentemperatuur <t3.o>
A
CTIE
Invoer huidige buitentemperatuur T
3.4
De filtersensor
A
CTIE
Filtervervuiling in % uitlezen
Filtervervuilingmeting of kalibratie actief (0=niet
actief; 1=actief)
Handleiding versie 1.0 (20-01-2014)
M
-
ODBUS
ADRES
168
170
173
174
175
3.3.4 De buitentemperatuur instellen via Modbus
(optioneel)
Voor een juiste werking heeft de automatische regeling een
buitentemperatuur nodig. Deze kan via Modbus en RS232
ingevoerd worden, waardoor een aparte
buitentemperatuursensor achterwege kan blijven.
Via deze invoer wordt de huidige gemeten buitentemperatuur
overschreven. Dit moet binnen 15 minuten herhaald worden
anders wordt deze waarde vervangen door de huidige
gemeten temperatuur. De respons is de temperatuur die
gebruikt wordt in de regeling.
Bij een E2-storing (verkeerde verbinding) wordt dit commando
niet uitgevoerd.
M
-
ODBUS
ADRES
in 0.1°C
10120
out
Als het toestel is voorzien van een filtersensor kan de
filtervervuiling bepaald worden aan de hand van een meting.
Opmerking:
n
Om de filtervervuiling te kunnen meten moet aange-
geven zijn dat er een filtersensor aanwezig is. Dit kan
worden aangegeven door waarde "2" te schrijven in
Modbus-adres [605].
M
-
ODBUS
ADRES
10110
10111
RS232
WAARDE
<t1.o>
Menu T1.O <t1.o>
<t1.s>
Menu T2.S <t2.s>
<t3.o>
Menu T2.O <t2.o>
<t3.s>
Menu T3.S <t3.s>
<t3.o>
Menu T3.O <t.o>
W
RS232
AARDE
T
TCurrenttout <T
out
M
-
RS232
ODBUS
WAARDE
-
Testfilt
-
Testfilt
B
EDIENING
nl
>
out
nl-17