B
EDIENING
S
ENSOR
Geen sensor
Alleen buitensensor
Alleen binnensensor
Beide sensoren
nl
A
CTIE
De aanlegvoeler activeren
Punt 1 – Temperatuur aanlegvoeler <t1.s>
nl-16
De leermodus wordt verlaten als een sensor gevonden is of 5
minuten na het laatste indrukken van de knop op de RSR-
ontvangermodule.
Bij het ontvangen van een temperatuur van de buitensensor of
binnensensor knippert de ä-led op de BEM-module
respectievelijk 1 of 2 keer.
De sensoren activeren
Na het terugzetten van de fabrieksinstellingen van de BEM-
modulen moeten aangeleerde sensoren opnieuw geactiveerd
worden.
M
-
W
ODBUS
ADRES
AARDE
187
0
187
1
187
2
187
3
Let op:
c
Het activeren van een niet-aangeleerde sensor leidt
tot een storingsmelding F9 of F10. Deze storingsmel-
ding wordt na ongeveer 25 minuten gegeven.
3.3.3 De aanlegvoeler instellen (optioneel)
Raadpleeg de handleiding van het CA
voor het aansluiten van de aanlegvoeler.
De aanlegvoeler kan worden gebruikt in plaats van de
buitensensor bij een weersafhankelijke regeling van de
watertemperatuur. De buitentemperatuur wordt dan afgeleid
uit de aanvoertemperatuur van het water aan de hand van de
stooklijn. Deze stooklijn moet ingevoerd worden via
menuparameters.
Opmerking:
n
De temperatuur moet worden ingevoerd in 0.1°C.
M
-
ODBUS
ADRES
WAARDE
159
1
149
<t1.s>
BEM-
MODULE
RS232
Menu 87 0
Menu 87 1
Menu 87 2
Menu 87 3
comfort luchtgordijn
2
RS232
Menu 59 1
Menu T1.S <t1.s>